|
|
|
Groep
|
Retrievers, Spaniels en Waterhonden
|
FCI
|
126
|
Sectie
|
2
|
Deze Welsh hond is van zeer oude herkomst. Lange tijd waren de
Engelse Springer Spaniel en de Welsh Springer Spaniel
één en dezelfde hond. Pas in het begin van de 20e
eeuw werd er een onderscheid gemaakt tussen de twee rassen. Volgens
sommigen is hij het resultaat van een kruising tussen de Engelse
Springer Spaniel en de Clumber Spaniel. De Welsh Springer Spaniel,
waarvan de kop aan die van de Épagneul breton doet denken,
is echter lichter dan de Engelse Springer Spaniel. Hij is
zeldzaam.
Type hond
Spaniels
Land van herkomst
Groot-Brittannië
Oorspronkelijke naam
Welsh Springer Spaniel
Andere naam
Welsh Springer
Karakter
Welsh Springer Spaniel is robuust, energiek, actief, snel en
werklustig. Deze hond heeft een zeer fijn reukvermogen. Hij voelt
zich beter thuis in het water dan de Engelse Springer Spaniel. Maar
is minder fanatiek in het struikgewas in vergelijking met de
Engelse Springer Spaniel. Hij speurt het terrein methodisch af, in
gematigde tred. Hij blaft op het konijn en de haas. Hij heeft ook
een voorkeur voor de snip. Hij is vrolijk en vriendelijk, maar
heeft ook een uitgesproken en eigenwijs karakter. Hij is totaal
niet agressief en zeer geschikt als gezelschapshond. Consequente,
maar vriendelijke opvoeding is aan te bevelen.
Verzorging
Hij voelt zich niet thuis in een appartement. Hij heeft ruimte en
veel beweging nodig. Twee keer per week borstelen is voldoende. De
oren moeten regelmatig gecontroleerd worden.
Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Goed gewelfd, vrij langgerekt. Licht gewelfde schedel. Duidelijk
gemarkeerde stop. Middellange, rechte, nogal vierkante snuit.
Bruine, donkerbruine neusspiegel. Sterke kaken.
Ogen
Van gemiddelde grootte, hazelnoot- of donkerbruin.
Oren
Vrij lage aanzet, geheel tegen de wangen aan liggend.
Lichaam
Sterk, niet lang. Lange, gespierde hals, zonder keelhuid. Goed
gewelfde ribben. Korte rug. Gespierde, licht gewelfde
lendenen.
Ledematen
Middellang, met stevige botten. Ronde kattenvoeten. Dikke
zoolkussentjes.
Staart
Lage aanzet, nooit boven de rug gedragen. Werd gecoupeerd, couperen
is in Nederland verboden.
Vacht
Sluik en vlak, zijdeachtig, dicht, nooit hard of golvend. Benen,
oren en staart licht bevederd.
Kleur
Dieprood en wit. Geen andere kleuren.
Schofthoogte
Reu: ongeveer 48 cm. Teef: ongeveer 46 cm.
Borstomvang
Gewicht
17 tot 20 kg.
|
|
|