|
Alias
|
Hongaarse Herdershond Pumi
|
Groep
|
Herdershonden en Veedrijvers behalve Zwitserse Sennenhonden
|
FCI
|
56
|
Sectie
|
1
|
Dit ras is in de loop van de 17e en 18e eeuw ontstaan uit
kruisingen van Puli's met herdershonden met rechtop staande oren,
die uit Frankrijk en Duitsland geïmporteerd waren. Lange tijd
werden de Puli en de Pumi niet als twee verschillende rassen
gezien. Pas in 1920 werden de Pumi's als een apart ras erkend en
werd de standaard vastgelegd.
Type hond
Herdershonden
Land van herkomst
Hongarije
Oorspronkelijke naam
Pumi
Andere naam
Karakter
Deze temperamentvolle, energieke hond is opvallend onverschrokken.
Hij is wantrouwend tegenover vreemden, en blaft bij elk onbekend
geluid. Hij is zeer gericht op zijn baas. Hij heeft een goede
reukzin.
Verzorging
Regelmatig borstelen is nodig. Hij heeft ruimte en voldoende
beweging nodig.
Gebruik
Vee- en schapenhoeder. Jachthond, vangt ongedierte (knaagdieren).
Waakhond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Lang met een lange neusbrug. Gewelfd voorhoofd. Onduidelijke stop.
Rechte snuit. Lange en spitse snuit.
Ogen
Enigszins schuin geplaatst. Donkerbruin.
Oren
Hoog aangezet, rechtop staand, V-vorm, met hangende punten.
Middelgroot, in verhouding met de schedel.
Lichaam
Middelgroot, sterk. Goed ontwikkelde schoft. Korte rug. Relatief
platte ribben. Brede, diepe en lange borstkas. Aflopende ruglijn.
Korte, licht hellende croupe.
Ledematen
Ronde en gesloten voeten. Hubertusklauwen zijn niet gewenst. Harde,
donkergrijze nagels.
Staart
Hoog aangezet, over de rug gekruld gedragen. Aangeboren korte
staart of voorheen gecoupeerde staart.
Vacht
Middellang, met ondervacht. Gekruld, ringetjes vormend, maar niet
in koorden. Nooit vervilt. Kort haar op de benen.
Kleur
Eenkleurig heeft de voorkeur. Alle schakeringen van grijs (zilver,
donker). Zwart, bruin, rossig, wit. Niet gestroomd.
Schofthoogte
35-44 cm.
Borstomvang
Gewicht
8-13 kg.
|
|
|