|
|
|
Groep
|
Pinschers, Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden
|
FCI
|
144
|
Sectie
|
2.1
|
Zoals alle Doggen heeft de Boxer Oosterse Molosserachtige
voorouders: honden gebruikt als gevechts- en verdedigingsdieren
tegen wilde dieren. Temidden van deze Molossers is de Boxer een
kruising tussen de Bullebijter (vandaag de dag uitgestorven) en de
Engelse Bulldog. Deze honden gaven in 1890 het ontstaan aan de
moderne Boxer. Zijn eerste verschijning op een tentoonstelling
dateert van 1896. Zijn rasstandaard werd een tiental jaar later
vastgelegd. De Boxer werd gedurende de Eerste Wereldoorlog door het
Duitse leger gebruikt. Deze hond is een zeer populaire waak- en
gezelschapshond.
Type hond
Dogtype Molosser
Land van herkomst
Duitsland
Oorspronkelijke naam
Deutscher Boxer
Andere naam
Duitse Boxer, Boxer
Karakter
Dynamisch, onstuimig, dominant en eerlijk van karakter. Hij is
evenwichtig, kalm en sociaal. Hij is erg gehecht en trouw aan zijn
bazen en de hele familie. Hij is waakzaam, wantrouwig tegenover
vreemden, hij getuigt van grote moed bij de verdediging en de
bewaking van zijn eigendom. Hij heeft een consequente opvoeding
nodig.
Verzorging
De hond geraakt gewend aan het leven op een appartement maar hij
heeft veel beweging nodig. Zijn korte vacht vereist geen bijzonder
onderhoud.
Gebruik
Waakhond, verdedigingshond. Gebruikshond (politie, blindengeleide).
Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Goed geproportioneerd, fijn en vierkant. Gewelfde schedel. Diepe
stop. Snuit zo breed en zo stevig mogelijk. De onderkaak is langer
dan de bovenkaak en licht naar boven gebogen (ondervoorbijter)
.
Ogen
Niet te klein noch te bol. Donkerbruin, de ooglidrand is donker
gekleurd.
Oren
Hoog aangezet. Niet te breed. Indien gecoupeerd, puntvormig
ingekort en verticaal gedragen.
Lichaam
Vierkant gebouwd. Ronde, krachtige hals. Brede, diepe borstkas.
Duidelijke schoft. Diepe borst. Gewelfde ribben. Rechte, gespierde
rug en korte, gespierde lendenen. Licht afhellende croupe.
Ledematen
Robuust, recht. Stevige botten. Kleine ronde voeten.
Staart
Hoog aangezet, indien gecoupeerd kort en rechtop gedragen.
Vacht
Kort, hard, vlak aanliggend en glanzend.
Kleur
Fauve of gestroomd. Fauve komt voor in de schakeringen van
lichtgeel naar donker reebruin, bij voorkeur de middentinten. Zwart
masker. De gestroomde vari?teit bezit donkere of zwarte strepen op
een fauve ondergrond. Witte aftekeningen zijn toegelaten.
Schofthoogte
Reuen: 57-64 cm. Teven: 53-60 cm.
Borstomvang
Gewicht
25-30 kg.
|
|
|