|
Alias
|
Vlaamse Koehond
|
Groep
|
Herdershonden en Veedrijvers behalve Zwitserse Sennenhonden
|
FCI
|
191
|
Sectie
|
2
|
De Bouvier des Flandres vindt zijn oorsprong in Vlaanderen, uit
kruisingen van verschillende rassen met het doel een ideale hond
voor de boerderij te creëren. Volgens sommigen werd deze hond
door de Spanjaarden met hun invasie naar Vlaanderen
geïmporteerd. Anderen denken dat hij het resultaat is van
kruisingen van grote Barbets, Matiffs en Picardische Herders, of
dat hij afstamt van de Beaucerons en de Griffons. Gedurende de
Eerste Wereldoorlog was deze hond bijna verdwenen. Vlaamse fokkers
hebben het ras weer opgebouwd met behulp van een paar overlevende
exemplaren. In 1965 werd de standaard door de FCI vastgelegd.
Type hond
Bouviers
Land van herkomst
België, Frankrijk.
Oorspronkelijke naam
Vlaamse Koehond.
Andere naam
Bouvier des Flandres
Karakter
Deze rustieke, energieke en stoutmoedige hond is dominant en bindt
zich aan slechts één baas. Hij is rustig, verstandig
en standvastig. Hij is alert en gehoorzaam, hoewel hij wel nors kan
zijn. Hij is actief en boordevol energie. Hij heeft een gedegen,
consistente opvoeding nodig. Door zijn norse voorkomen werkt hij
ontmoedigend op vreemden. Hij heeft altijd al op boerderijen
gewerkt om koeien te hoeden en te leiden of als trekhond. Hij heeft
zelfs geholpen als hulp bij het karnen, door het ronddraaien van
een wiel. Door zijn uitstekende reukvermogen is hij geschikt als
politiehond.
Verzorging
Minstens twee keer per week borstelen en drie of vier keer per jaar
laten trimmen. Hij past zich slecht aan het leven op een
appartement aan, en heeft veel plaats en beweging nodig.
Gebruik
Vee- en schapenhoeder. Politiehond (speuren, boodschapper).
Waakhond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Massief, goed gebeiteld, in verhouding met het lichaam. Stop niet
erg duidelijk. Brede, krachtige, volle snuit, toelopend naar de
neus. Vlakke, droge wangen. Geprononceerde wenkbrauwbogen.
Ogen
Middelgroot, enigszins ovaal. Donker.
Oren
Hoog aangezet, rechtopstaand. De natuurlijke oorstand is
hangend
Lichaam
Kort en gedrongen. Sterke, gespierde hals. Korte en brede rug.
Brede en diepe borstkas. Brede en gespierde lendenen. Korte
flanken. Croupe vrijwel horizontaal.
Ledematen
Sterke, gespierde benen. Korte, ronde en stevige voeten. Tenen
gesloten. Sterke, zwarte nagels.
Staart
Voorheen gecoupeerd tot drie of drie staartwervels (ongeveer 10 cm)
en, in actie, vrolijk gedragen. In Nederland is couperen verboden.
Sommige honden zijn bij de geboorte staartloos.
Vacht
Middellang (6 cm), ruig, droog, mat en warrig, maar niet wollig of
gekruld. Korter op het hoofd. Volle snor en baard. Fijne, dichte
ondervacht.
Kleur
Vaal grijs of grijs, meestal gestroomd of \zwart gevlamd. Zwart is
toegestaan. Lichte vacht is niet toegestaan.
Schofthoogte
Reuen: 62-68 cm.Teven: 59-65 cm.
Borstomvang
Gewicht
Reuen: 35-40 kg.Teven: 27-35 kg.
|
|
|