|
|
|
Groep
|
Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
|
FCI
|
220
|
Sectie
|
1.1
|
De Français, die van oude Franse rassen afstamt, kent
verschillende variëteiten met verschillende kleurstellingen: -
De Français blanc et noir, die afstamt van twee rassen uit
Zuid-Frankrijk, de Saintongeois en de Bleu de Gascogne, met enig
Foxhound bloed. Deze variëteit werd in 1957 officieel erkend;
- De Français tricolore, een recente creatie, gevormd door
de Anglo-Français Tricolore te kruisen met de
Français. Er werd gekruist met de Poitevin, de Billy en
mogelijk de Bleu de Gascogne. De Français tricolore is
steviger en minder snel dan de Poitevin. De standaard voor deze
variëteit werd officieel erkend in 1965; - De Français
blanc et orange, zeer zeldzaam, werd in 1978 ontwikkeld door een
kruising met de Billy. De FCI erkent de drie variëteiten als
aparte rassen.
Type hond
Lopende honden
Land van herkomst
Frankrijk
Oorspronkelijke naam
Chien Français
Andere naam
Français, Français blanc et noir, Français
tricolore, Français blanc et orange
Karakter
Dit zijn flinke, dappere honden die urenlang een flinke snelheid
kunnen volhouden. Met hun uitstekende stem en goede reukvermogen
kunnen ze goed in meutes jagen. Ze gaan nauwgezet te werk. Ze zijn
gespecialiseerd in de jacht op hert. Ze hebben een vastberaden baas
nodig die ze als leider van de meute kunnen accepteren.
Verzorging
De Français leeft in kennels. Ze hebben ruimte en beweging
nodig. Ze moeten regelmatig worden geborsteld, en er moet geregeld
aandacht aan hun oren worden geschonken.
Gebruik
Jachthond.
|
|
Hoofd
Vrij groot en lang. Licht gewelfde schedel. Geringe stop
(uitgesproken in de Fran?ais tricolore en de Fran?ais blanc et
orange). Licht gewelfde neusbrug. Bovenlippen bedekken de onderlip.
Neusspiegel zwart of oranjeachtig bruin in de blanc et
orange.
Ogen
Donker.
Oren
Iets draaiend, bijna tot de basis van de neus reikend indien
gestrekt.
Lichaam
Krachtig. Vrij lange en sterke hals. Borstkas hoger dan breed.
Licht gewelfde ribben. Enigszins opgetrokken buik-lijn. Rug vrij
lang en vlak. Gespierde en stevig aangezette lendenen.
Ledematen
Sterke benen.
Staart
Vrij dik aan de basis en vrij lang, elegant gedragen.
Vacht
Vlak tegen het lichaam liggend, vrij dik en dicht. Fijner in de
tricolore.
Kleur
- blanc et noir: moet wit en zwart zijn, met een grote mantel of
vrij grote zwarte vlekken. Zwarte, staalgrijze of zelfs tan vlekken
alleen op de benen. Lichte vlek boven elk oog en lichte tan
aftekeningen op de wangen, onder de ogen, onder de oren en bi
Schofthoogte
Blanc et noir: reu: 65 tot 72 cm; teef: 62 tot 68 cm. Tricolore:
reu: 62 tot 72 cm; teef: 60 tot 68 cm. Blanc et orange: 62 tot 70
cm.
Borstomvang
Gewicht
Ongeveer 30 kg.
|
|
|