|
|
|
Groep
|
Staande honden
|
FCI
|
108
|
Sectie
|
1.2
|
De Épagneul Picard is reeds lange tijd bekend in de
Sommevallei in Frankrijk. Net als de Épagneul Francais stamt
hij af van de oude, langharige Chien d'Oysel die in de Middeleeuwen
werd gebruikt voor het voorstaan van vogels. Volgens sommigen is de
Épagneul Picard een nauw verwant van de setters. Nadat de
populariteit van het ras aan het eind van de negentiende eeuw was
afgenomen, kregen jagers nieuwe belangstelling toen het ras in 1904
in Parijs werd getoond. De eerste standaard werd in 1908
geschreven. De Épagneul Picard is buiten Frankrijk nooit erg
populair geweest.
Type hond
Continentale Pointers
Land van herkomst
Frankrijk
Oorspronkelijke naam
Épagneul Picard
Andere naam
Karakter
Deze stoutmoedige hond met een groot uithoudingsvermogen en een
opmerkelijk goede neus voelt zich op elk soort terrein thuis, in
het bijzonder in moerasgebieden. Hij is een volhardend jager, een
perfecte pointer en een uitstekende retriever. Hij is zeer geschikt
voor de jacht op eend en houtsnip, en ook op konijn en haas. Hij is
vrolijk, rustig, vriendelijk en goedaardig, en daardoor een
uitstekende gezelschapshond.
Verzorging
Hij is niet erg geschikt voor een leven in een appartement. Hij
heeft ruimte en veel beweging nodig. Hij moet regelmatig worden
geborsteld en er moet geregeld aandacht worden besteed aan zijn
oren.
Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Sterk. Brede, ronde schedel. Duidelijke achterhoofds-knobbel.
Geleidelijke stop. Brede, lange neusbrug. Lippen niet al te zeer
hangend. Bruine neusspiegel.
Ogen
Donker amberkleurig.
Oren
Vrij laag aangezet, het hoofd goed omlijstend, met zijdeachtig,
golvend haar bedekt.
Lichaam
Atletisch. Goed gespierde hals. Diepe en vrij brede borstkas, tot
de elleboog reikend. Zeer rechte, brede en dikke lendenen. Heupen
iets lager dan de schoft. Vlakke flanken. Buiklijn iets
opgetrokken. Middellange rug. Ronde, iets hellende croupe.
Ledematen
Goed gespierde, sterke benen. Ronde, brede en gesloten
voeten.
Staart
Twee bochten, naar binnen en naar buiten, vormend, niet te lang.
Met zijdeachtig haar bedekt.
Vacht
Middellang, dik en niet erg zijdeachtig. Fijn op het hoofd. Iets
golvend op het lichaam.
Kleur
Grijs, gevlekt, met bruine aftekeningen op verschillende delen van
het lichaam en de basis van de staart, gewoonlijk met tan
aftekeningen op hoofd en benen.
Schofthoogte
55 tot 60 cm.
Borstomvang
Gewicht
20 tot 25 kg.
|
|
|