|
De Västgötaspets is een Zweeds ras van het type Keeshond,
ondanks het feit dat hij op de Welsh Corgi Pembroke lijkt. Vroeger
werd de Västgötaspets gebruikt voor het drijven van vee
en het hoeden van paarden. Graaf Björn von Rosen zette zich
voor het ras in en kreeg het in 1948 erkend en geregistreerd door
de Zweedse Kennelclub. In 1974 werden een paar exemplaren naar
Groot-Brittannië gestuurd, maar het ras is buiten zijn
geboorteland Zweden nog steeds zeldzaam.
Type hond
Arctische waak-en herdershonden
Land van herkomst
Zweden
Oorspronkelijke naam
Västgötaspets
Andere naam
Zweedse Vallhund, Vallhund
Karakter
Deze rustieke, zeer moedige en levendige hond is energiek, altijd
waakzaam en zeer onafhankelijk. Hij heeft zijn plaats verdiend als
aanhankelijk gezelschap, die goed in de omgang met kinderen is.
Zijn waakzaamheid heeft hem de reputatie van een goede waakhond
bezorgd. Consequente opvoeding is nodig.
Verzorging
Deze sportieve hond is niet geschikt voor een bestaan binnenshuis.
Hij moet dagelijks zijn overtollige energie kwijt kunnen.
Regelmatig borstelen is nodig.
Gebruik
Vee- en schapenhoeder. Waakhond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Vrij lang en vosachtig. Schedel is vrijwel plat. Duidelijke stop.
Vierkant snuitprofiel. Strak gesloten lippen.
Ogen
Middelgroot, ovaal.Donkerbruin.
Oren
Middelgroot, puntige uiteinden. Rechtopstaand.
Lichaam
Lang. Lange, gespierde hals wordt hoog gehouden. Lange, diepe
borstkas. Goed gewelfde ribben. Brede, licht hellende croupe.
Buiklijn licht opgetrokken. Sterke, korte lendenen. Rechte,
gespierde rug.
Ledematen
Korte, gespierde benen met krachtig bot. Korte, ovale voeten met
sterke voetzolen.
Staart
Twee typen: lang, of erg kort. Rechtuit op rugniveau gedragen. Veel
pups worden zonder staart geboren.
Vacht
Middellang. Hard, compact en waterdicht. Kort op de voorkant van de
benen. Iets langer op de hals, borst en de achterkant van de benen.
Dichte, zachte ondervacht.
Kleur
Voorkeurskleuren zijn grijs, grijsbruin, grijsgeel en rood-achtig
bruin, met donkerder haren op de rug, hals en zijkant van het
lichaam. Lichtere haren op de snuit, dijen, sprongen en voeten.
Lichtste kleur op de schouders ("harnasaftekeningen") is gewenst.
Kleine witte aftekeningen zijn toegestaan, zoals een smalle vlam,
een vlek op de hals, of een geringe kraag.
Schofthoogte
Reu: 33 cm. Teef: 31 cm.
Borstomvang
Gewicht
9 tot 14 kg.
|
|
|