|
|
|
Groep
|
Retrievers, Spaniels en Waterhonden
|
FCI
|
111
|
Sectie
|
1
|
Dit ras is waarschijnlijk ontstaan uit dezelfde stam als de
Labrador, verbeterd door diverse kruisingen (gele flatcoated
Retriever uit Newfoundland met waterspaniels uit Schotland en
andere rassen).Het ras is ontwikkeld in Engeland in de negentiende
eeuw door Lord Tweedmouth. Sommigen zijn van mening dat
herdershonden uit de Kaukasus zijn gebruikt in Schotland om het
gewonde wild te apporteren. Deze zogenaamde Russian Yellow
Retrievers zouden zijn gekruist met de Bloedhond, waaruit de Golden
Retriever zou zijn geboren. Het ras is in 1913 door de Kennel Club
erkend. In de Verenigde Staten wordt deze hond veel gehouden als
gezelschapsdier. Ook in Frankrijk, waar hij tot het begin van de
jaren 80 vrijwel onbekend was, wordt de Golden Retriever steeds
meer als gezelschapshond gehouden. In Nederland is de Golden
Retriever een populaire gezelschapshond.
Type hond
Retrievers
Land van herkomst
Groot-Brittannië
Oorspronkelijke naam
Golden Retriever
Andere naam
Golden Flat-coat, Gouden Retriever, De Golden
Karakter
Hij is sterk, robuust, actief en heeft een bijzonder goed
reukvermogen. Hij werkt zowel in het water als in dicht
struikgewas. Het is een vasthoudende speurder, hoewel minder
methodisch als de Labrador. Hij is zeer geschikt voor het
apporteren van waterwild en heeft een uitzonderlijk goed geheugen.
Hij is niet agressief en blaft zelden. Het is dus geen goede
waakhond. Hij is erg zachtaardig, gevoelig, kalm en evenwichtig en
daarom zeer geliefd als gezelschapshond. Hij dient met kalmte, maar
wel consequent te worden opgevoed.
Verzorging
Het is geen hond die zich kan aanpassen aan het leven in een
appartement, omdat hij veel beweging nodig heeft. Hij is niet graag
alleen. Eén tot twee keer per week borstelen is voldoende
behalve in de ruiperiode dan is dagelijks stevig borstelen aan te
bevelen.
Gebruik
Jachthond. Gebruikshond: blindengeleidehond, rampenhond, drugshond.
Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Goede verhoudingen, goed gevormd. Brede schedel. Goed gemarkeerde
stop. Krachtige snuit. Zwarte neusspiegel. Sterke kaken.
Ogen
Goed uit elkaar staand, donkerbruin. Donkere oogranden.
Oren
Aanzet ongeveer ter hoogte van de ogen, middelgroot.
Lichaam
Krachtig, evenwichtig. Middellange, droge en gespierde hals. Diepe
borst, goed gewelfde ribben. Lendenen kort en sterk.
Ledematen
Gespierd, sterke botten. Ronde kattenvoeten.
Staart
Aanzet en dracht ter hoogte van de rug. Reikt tot het
spronggewricht. Krult niet aan de punt.
Vacht
Vlak of golvend met goede bevedering. De ondervacht is dicht en
waterafstotend.
Kleur
Elke tint goud of roomkleurig. Mag niet rood of mahoniekleurig
zijn. Enkele witte haren op de borst zijn toegestaan.
Schofthoogte
Reu: 56 tot 61 cm. Teef: 51 tot 56 cm.
Borstomvang
Gewicht
Reu: 29 tot 31,5 kg. Teef: 25 tot 27 kg.
|
|
|