Algemeen  
Rassen beschrijvingen De aanschaf van een hond De regels bij aanschaf Op zoek naar een fokker Asiel honden Behendigheid Gehoorzaamheid
  Verzorging  
Verzorging algemeen Tanden Vacht Parasieten Ogen Oren Neus Beweging
  Gedrag  
Opvoeding van de hond Socialisatie van pups Erfelijke aanleg van gedrag Leren / conditioneren Probleem gedrag Uw hond alleen thuis Zindelijkheidstraining Trekken aan de riem Deemoedsplassen Bench training Leren apporteren
  Foto & Video
Lara 0 - 11 weken Lara 11 - 13 weken Lara 14 - 17 weken Lara Tot een half jaar Lara Tot één jaar Lara Foto shoot thuis 2007 Lara In de studio 2007 Bo als pup Lara & Bo In de studio 2008 Dogwise Boswandeling Juni 2007 Boswandeling Augustus 2007 Walk-about Vorden 2007 Walk-about Bussloo 2008 Dogwise Zomerspel 2008 Dogwise Zwembad 2008 Video Stop dogfighting Lara & Bo video
 


Leren


Een algemene omschrijving van leren is niet eenvoudig te geven omdat er zoveel verschillende vormen van leren zijn. In de hersenen is een bepaalde representatie van de wereld om ons heen opgeslagen. Leren is eigenlijk een verandering in die representatie onder invloed van ervaringen. Simpeler gezegd: je hebt een bepaald beeld van iets en dat verandert als gevolg van een ervaring. In het nu volgende gedeelte worden een aantal verschillende vormen van leren beschreven die van belang kunnen zijn bij het trainen van honden

Hond van Pavlov

Het experiment van Ivan Pavlov dat bekend staat onder de naam Hond van Pavlov is het bekendste voorbeeld van klassieke conditionering.

Het experiment

Pavlov stuitte op het verschijnsel dat honden beginnen te kwijlen wanneer ze voedsel wordt aangeboden. Hij onderzocht dit verschijnsel door een signaal te geven en daarna de honden te voeren. Oorspronkelijk kwijlden de honden alleen bij het voeren en niet bij het signaal. Nadat de combinatie van signaal gevolgd door voeren enkele keren was herhaald begonnen de honden al te kwijlen bij het geven van het signaal.

In schema:
Pavlof

Conditionering
Wat Pavlov bij de honden opwekte is een geconditioneerde reflex, en het door Pavlov ontdekte verschijnsel heet klassieke conditionering. Wanneer een prikkel A (het signaal) herhaaldelijk voorafgaat aan prikkel B (het voeren) dat een bepaald gedrag (kwijlen) oplevert, dan zal op den duur prikkel A reeds dat gedrag opleveren, ook zonder prikkel B. De reflex die ervoor zorgt dat een hond kwijlt bij het krijgen van voedsel is een aangeboren instinct en heet een onvoorwaardelijke reflex. Het kwijlen dat volgt op het signaal is een aangeleerde reflex en wordt een voorwaardelijke reflex genoemd.

Klassieke conditionering

Een eenvoudig voorbeeld is het signaal leren (klassieke conditionering). Deze vorm van leren wordt veel gebruikt in hondentraining. Een hond hoort een geluid (b.v. een bel) dat op zich geen betekenis voor hem heeft. Vervolgens krijgt de hond een stuk worst. Worst heeft wel betekenis voor de hond: hij reageert onmiddellijk opgewonden en blij. Wanneer nu een aantal keer de bel vooraf gaat aan het aanbieden van de worst, zal de hond opgewonden en blij reageren zodra hij de bel hoort. Zijn representatie van de bel (betekent niets) is veranderd (betekent: worst komt) ten gevolge van een ervaring (het krijgen van worst). Bij signaal leren zijn twee dingen van groot belang; 1. De twee prikkels (bel en worst) moeten gelijktijdig of snel op elkaar volgend worden toegediend (binnen 1 sec) 2. De twee prikkels moeten herhaaldelijk worden toegediend.

Operante Conditionering

Een andere veelgebruikte vorm van leren is het Operante Conditioneren (leren door straf en beloning). Dit wil eigenlijk niets anders zeggen dan: leren door de gevolgen van je gedrag. Een hond gaat bij de deur zitten en vervolgens doet iemand de deur open. Wanneer een hond deze ervaring een aantal maal opdoet op deze manier weet hij niet beter of het voor de deur gaan zitten is een manier om de deur te openen. Dus als hij naar buiten wil gaat hij voor de deur zitten. De hond heeft succes met zijn gedrag en gaat hier in de toekomst mee door. Het openen van de deur heeft het gedrag bekrachtigd. We noemen dit dan ook een bekrachtiging. Operante Conditionering heeft dezelfde kenmerken als het signaalleren: de prikkels (bij de deur zitten en deur open) moeten tegelijkertijd of snel op elkaar volgend worden gegeven. En meestal is herhaling van het geheel nodig. Het is ook mogelijk dat een bepaald gedrag wordt gevolgd door een gebeurtenis die er voor zorgt dat de hond het gedrag juist niet meer of minder gaat uitvoeren. We spreken dan van straf. Er zijn dus twee verschillende uitkomsten die Operante Conditionering kan geven:

A. Het gedrag zal in de toekomst toenemen
B. Het gedrag zal in de toekomst afnemen.

Toename van het gedrag kan worden bereikt door een bekrachtiging die volgt op het gedrag. Zo'n bekrachtiging kan bestaan uit:

1. Het ontvangen van iets plezierigs als gevolg van zijn gedrag. (brokje als beloning). Bij voorbeeld: een hond krijgt een brokje voor iedere keer dat hij gaat zitten. Al snel zal hij steeds vaker gaan zitten. Het zitten neemt toe. Het zitten is dus positief bekrachtigd (positief slaat hier op het feit dat we iets hebben toegevoegd, namelijk de beloning. Het is geen waardeoordeel).
2. Het wegvallen van iets onplezierigs als gevolg van zijn gedrag. (De hond is alleen en ervaart dat als onprettig, hij blaft en de eigenaar komt terug. Het niet meer alleen zijn is een bekrachtiging voor het blaffen.). Het uitblijven van een verwachte onprettige ervaring valt hier ook onder. Een voorbeeld hier van is: Een hond verwacht een correctie omdat hij niet gaat zitten, maar ontvangt deze niet. Het 'zit' signaal wordt dus bekrachtigd met als resultaat: voortaan zal hij steeds vaker niet gaan zitten. Dit heet negatieve bekrachtiging (negatief slaat op het wegnemen van iets en is geen waarde oordeel)

Een afname van een bepaald gedrag kan ook op 2 manieren bereikt worden:


1. Een hond ervaart iets onprettigs als gevolg van een bepaald gedrag en zal hiernaar het gedrag in de toekomst achterwegen laten. We spreken dan van positieve straf (positief slaat hier op het feit dat de straf wordt toegediend en is geen waarde oordeel over de gevolgde methode of de het gevoel wat de hond ervaart).
2. Een bepaald gedrag wordt gevolgd door het verdwijnen van iets prettigs. Een pup speelt te wild met z'n baasje. Op het moment dat hij bijt wordt het spel abrupt gestopt. Wanneer het verdwijnen van de spel situatie er nu voor zorgt dat de pup in de toekomst steeds minder wild gaat spelen dan spreken we hier van negatieve straf. (negatief slaat hier weer op het wegnemen van iets en is geen waarde oordeel over de gevolgde methode) Hieronder is in een schema samengevat wat de mogelijkheden zijn bij leren door straf en beloning. conditionering