|
|
|
Groep
|
Retrievers, Spaniels en Waterhonden
|
FCI
|
125
|
Sectie
|
2
|
De Engelse Springer Spaniel is een van de oudste jachthonden. De
Middeleeuwse Spaniel is zijn voorouder en hij stamt direct van de
Norfolk Spaniel. Engelse fokkers hebben diverse kruisingen
uitgevoerd, met name met de oude Water Spaniel. Hij is de stamvader
van alle spaniels, met uitzondering van de Clumber Spaniel. Zijn
kop doet denken aan de Franse Ã?pagneul. Het ras werd
officieel erkend in 1902. Op de Britse eilanden werd hij de
populairste jachthond. Zijn aanwezigheid in Frankrijk is vrij
recent. Hij wordt daar maar zelden voor de jacht gebruikt.
Type hond
Spaniels
Land van herkomst
Groot-Brittannië
Oorspronkelijke naam
English Springer Spaniel
Andere naam
Engelse Springer Spaniel, Engelse Springer, Springer Spaniel,
Springer
Karakter
Hij is sterk, robuust, gehard, energiek, snel en heeft een fijne
neus. Hij deinst niet terug voor struikgewas of vochtig terrein.
Hij is fysiek sterker en is meer gedreven dan de Cocker Spaniel.
Hij speurt heel actief en stoot het wild goed op. Hij springt het
struikgewas in, waardoor het wild in paniek wegvlucht (to spring:
het wild bespringen). Hij voldoet uit-stekend bij de jacht op
konijn, fazant, snip en waterwild (zoals eend). Het is ook een zeer
goede retriever, met name voor het werk in het water. Soms is hij
iets te energiek en moet daarom consequent worden opgevoed. Het is
een prettige gezelschapshond, maar zeker geen schoothond.
Verzorging
Hij is niet geschikt om in een appartement te wonen. Hij heeft
ruimte en veel beweging nodig. Twee keer per week borstelen is
voldoende. De oren moeten regelmatig gecontroleerd worden.
Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Lang. Vrij brede, licht gewelfde schedel. Goed gemarkeerde stop.
Brede en hoge snuit. Sterke kaken. Vlakke wangen. Laag hangende
lippen.
Ogen
Amandelvormig, donker.
Oren
Aanzet ter hoogte van de ogen, vrij lang, tegen de kop geplaatst.
Mooie bevedering.
Lichaam
Rechthoekig. Sterke, gespierde hals, zonder keelhuid. Diepe, goed
ontwikkelde borst. Goed gewelfde ribben. Gespierde, sterke, matig
gewelfde lendenen.
Ledematen
Sterk, met stevige botten. Ronde, compacte gesloten voeten. Sterke
zoolkussentjes.
Staart
Lage aanzet, nooit boven de rug gedragen. Mooie bevedering. Werd
gewoonlijk gecoupeerd, in Nederland is couperen verboden.
Vacht
Dicht, recht, waterafstotend, nooit grof. Bevedering aan de oren,
lichaam en benen.
Kleur
Lever en wit, zwart en wit,of ??n van beide met tan
aftekening.
Schofthoogte
Ongeveer 51 cm.
Borstomvang
Gewicht
Ongeveer 22,5 kg.
|
|
|