|
|
|
Groep
|
Retrievers, Spaniels en Waterhonden
|
FCI
|
314
|
Sectie
|
2
|
Dit kleine, vrij oude Spanielras werd voorlopig erkend in 1966 en
komt oorspronkelijk uit Nederland. De officiële erkenning kwam
in 1971. De naam betekent "hond van de Kooiker". De kooiker is de
houder van een eendenkooi. Dit is een stuk land en water ingericht
om wilde eenden te vangen. Tegenwoordig worden eendenkooien ingezet
voor wetenschappelijk onderzoek Een jaarlijks evenement rondom het
Kooikerhondje heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van deze
jachthond.
Type hond
Spaniels
Land van herkomst
Nederland
Oorspronkelijke naam
Kooikerhondje
Andere naam
Kooiker
Karakter
Hij is sterk, kan goed tegen kou en water en heeft een zeer fijne
neus. Het is een goede Spaniel die ook goed apporteert, wat hem
zeer geschikt maakt voor de jacht op waterwild. Hij is aanhankelijk
en schrander en een geliefd gezelschapsdier. Hij moet consequent,
maar ook met kalmte worden opgevoed.
Verzorging
Hij heeft ruimte en veel beweging nodig. Dagelijks borstelen is
nodig.
Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Hoog gedragen. Vrij brede, licht gewelfde schedel. Matig
gemarkeerde stop. Snuit even lang als de schedel. Lippen zonder
open mondhoeken.
Ogen
Amandelvormig, donkerbruin.
Oren
Middelgroot, tegen de wangen aan vallend, met lang haar met zwarte
haarpunten (oorbellen).
Lichaam
Vierkant. Rechte, zeer gespierde hals. Diepe borst met matig
gewelfde ribben. Stevige rug.
Ledematen
Kleine voeten. Compact en goedgesloten tenen.
Staart
Horizontaal of licht vrolijk gedragen, nooit gekruld. Goed bevederd
met witte pluim.
Vacht
Middellang, glad, licht golvend, niet gekruld en niet te fijn. Goed
ontwikkelde ondervacht.
Kleur
Min of meer lichte of donkere oranje tot rode vlekken op de witte
ondergrond, waarbij de oranje of rode kleur domineert. Zwarte
honden met witte vlekken en driekleurige honden zijn niet
toegestaan.
Schofthoogte
35 tot 40 cm.
Borstomvang
Gewicht
10 tot 15 kg.
|
|
|