|
Alias
|
Schweizer Laufhund Schwyzer
|
Groep
|
Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
|
FCI
|
59
|
Sectie
|
1.2
|
De Schweizer Laufhund is van oorsprong een zeer oud ras. Men zegt
dat hij in de Romeinse tijd in Helvetia voorkwam. Sinds de
vijftiende eeuw wordt hij door hondenliefhebbers zeer gewaardeerd.
In tegenstelling tot de Franse jachthonden hebben de Zwitserse
jachthonden geen Engels bloed in de aderen. In 1882 werd voor elk
van de vijf "vormen" van de Zwitserse Laufhund een standaard
vastgesteld. In 1909 is de Thurgovia hond (uit Oost-Zwitserland)
uitgestorven. In 1933 werd één standaard geschreven
voor de vier overgebleven variëteiten: - de Berner Laufhund; -
de Jura Laufhund; - de Luzerner Laufhund; - de Schwyzer Laufhund.
De oude variëteit Jura Laufhund, die op de Bloedhond lijkt, is
vrijwel verdwenen. Elk van de vier variëteiten komt ook in een
kleiner model voor, hetgeen het resultaat is van kruisingen tussen
normale Schweizer Laufhunden of Zwitserse Brak en Basset honden.
Deze worden Schweizer Nieder-Laufhunden genoemd.
Type hond
Lopende honden
Land van herkomst
Zwitserland
Oorspronkelijke naam
Schweizerischer Laufhund
Andere naam
Schweizer Laufhunden, Zwitserse Laufhund
Karakter
De Schweizer Laufhund is stoer, krachtig en levendig en heeft een
groot uithoudings-vermogen, een goede neus en een krachtige stem.
De doortastende Berner Laufhund met zijn machtige stem ("de Huiler
van de Jura") wordt speciaal voor de jacht op haas gebruikt. De
Jura Laufhund, die zeer goed is in het volgen van een spoor, wordt
gewoonlijk gebruikt bij de jacht op wild zwijn en hert. De actieve
en enthousiaste Luzerner Laufhund lijkt op de Petit Bleu de
Gascogne en jaagt op hert. De Schwyzer Laufhund wordt gebruikt voor
de jacht op konijn en haas. De Schweizer Laufhund is vriendelijk,
volgzaam en zeer gehecht aan zijn baas. Het is een aangename
gezelschapshond. Een consequente opvoeding is aan te bevelen.
Verzorging
Ze hebben ruimte en veel beweging nodig. Ze moeten regelmatig
worden geborsteld.
Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Lang, welgevormd. Smalle, fijnbesneden en gewelfde schedel.
Duidelijke stop. Neusbrug recht of heel licht gebogen. Smalle,
lange snuit. Stevige kaken. Droge wangen. Goed ontwikkelde
neusspiegel.
Ogen
Enigszins ovaal, bruin.
Oren
Laag aangezet, smal, hangend, gevouwen en gedraaid aan het
eind.
Lichaam
Langer dan hoog. Lange, gespierde hals met lichte keelhuid.
Borstkas dieper dan breed. Licht gewelfde ribben. Gespierde
lendenen. Licht opgetrokken buiklijn. Compacte, rechte rug. Lange,
iets hellende croupe.
Ledematen
Zeer gespierde benen met stevige botten. Ronde voeten met gesloten
tenen en stevige voetzolen.
Staart
Middellang, toelopend naar het eind. In rust hangend. In actie
boven de ruglijn gedragen.
Vacht
Kort, glad, dicht en zeer fijn op hoofd en oren.De Luzerner
Laufhund heeft altijd vlakliggend haar.
Kleur
- Berner Laufhund: wit met zwarte vlekken of een zwart zadel,
geelbruine aftekening boven de ogen, op de wangen, binnenkant van
de oren en rond de staartaanzet. - Jura Laufhund: geelbruin met een
zwarte, soms grijze mantel, of zwart met geelbruine afteken
Schofthoogte
Reuen: 49 tot 59 cm. Teven: 47 tot 57 cm. Schweizer Nieder-Laufhund
(klein model): 30 tot 38 cm.
Borstomvang
Gewicht
15 tot 20 kg.
|
|
|