|
Alias
|
Medium-sized Anglo-French Hound
|
Groep
|
Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
|
FCI
|
325
|
Sectie
|
1.2
|
De Anglo-Francais is het resultaat van een kruising van Engelse en
Franse jachthonden. De eerste kruisingen vonden ongetwijfeld al in
de zestiende eeuw plaats. Aan het eind van de negentiende eeuw werd
deze hond zeer gewaardeerd door de jachtmeesters. Hij is als een
veelzijdige meutehond geschikt voor de jacht op hert, wild zwijn en
vos op elk soort terrein. De Anglo-Francais is voornamelijk
afstammend van de Poitevin en kruisingen tussen de
Gascon-saintongeois en de Foxhound. De Anglo-Francais bestaat in
verschillende afmetingen en vachtkleuren, afhankelijk van de rassen
die bij hun ontwikkeling zijn gebruikt: - Grand Anglo-Francais
tricolore, de variëteit met het meeste Engelse bloed; - Grand
Anglo-Francais blanc et orange (vandaag de dag zeer zeldzaam), het
product van kruisingen tussen de Billy en de Foxhound; - Grand
Anglo-Francais blanc et noir, die afstamt van de
Gascon-saintongeois; - Anglo-Francais de petite vénerie, een
recente variant, ontstaan door de Harrier met de Poitevin,
Porcelaine, Petit Gascon-Saintongeois en de Petit Bleu de Gascogne
te kruisen. Tegenwoordig worden Anglo-Francais honden in de meeste
meutes voor de jacht op groot wild gebruikt. De FCI erkent alle
vier de variaties als een apart ras.
Type hond
Lopende honden
Land van herkomst
Frankrijk
Oorspronkelijke naam
Chien Anglo-Français
Andere naam
Anglo-Français, Grand Anglo-Français, Grand
Anglo-Français tricolore, Grand Anglo-Français blanc
et orange, Grand Anglo-Français blanc et noir,
Anglo-Français de petite vénerie
Karakter
Een aantal van de beste hondenrassen werden gebruikt bij de
ontwikkeling van de Anglo-Français. Engels bloed in het
bijzonder gaf hem zijn bouw, botstructuur en kracht, terwijl Frans
bloed hem een scherpe neus en een krachtige stem gaf. De
Anglo-Français is stoer, sterk, snel, moedig en vasthoudend,
en is dol op jagen. Hij jaagt op klein en groot wild op elk soort
terrein. Hij verlangt een consequente opvoeding.
Verzorging
De Anglo-Français is niet geschikt voor het stadsleven. Ze
worden in meutes in kennels gehouden. Ze hebben ruimte en beweging
nodig. Ze moeten regelmatig worden geborsteld, en er moet geregeld
aandacht aan hun oren worden besteed.
Gebruik
Jachthond.
|
|
Hoofd
Vrij kort bij de Grand Anglo-Francais, langer bij de Anglo-Francais
de petite v?nerie. Brede, platte schedel. Licht uitgesproken
achterhoofdsknobbel. Duidelijke stop. Neusbrug ongeveer net zo lang
als de schedel.
Ogen
Groot, donkerbruin.
Oren
Ter hoogte van de ogen aangezet, matiglang, aan de voorkant plat,
naar het uiteinde toe enigszins ge-vouwen. Bij de
Anglo-Franais de petite v?nerie laag aangezet.
Lichaam
Evenwichtig en goed geproportioneerd. Sterke hals met een geringe
keelhuid in de Grand Anglo-Fran?ais. Brede, diepe borstkas.
Gewelfde ribben. Brede, korte lendenen. Rechte,vlakke rug. Vrij
lange, hellende croupe.
Ledematen
Sterke, gespierde benen met flinke botten. Vrij ronde voeten met
goed gesloten tenen.
Staart
Dik aan de basis, vrij lang en goed behaard.
Vacht
Vlak tegen het lichaam liggend en vrij dik. Kort, dicht en glad bij
de Anglo-Fran?ais de petite v?nerie. Huid wit met zwarte of oranje
vlekken, afhankelijk van de variteit.
Kleur
- Blanc et Noir: zwarte mantel, zwarte vlekken van verschillende
grootte, soms met zwarte of grijze spikkels (of tan spikkels,
alleen op de benen). Bleke vlekken boven de ogen (pips), lichte tan
aftekeningen op de wangen, onder de ogen en oren en bij de
aanhechting van de staart. - Blanc et Orange: wit en citroengeel of
wit en licht oranje. - Tricolore: gewoonlijk met een zwarte mantel
of vlekken van verschillende grootte. Warm of koperkleurig tan,
niet grijs. een gemengde wolfsgrijze Vacht is geen fout.
Schofthoogte
Grand Anglo-Fran?ais: 60 tot 70 cm. Anglo-Fran?ais de petite
v?nerie: 48 tot 56 cm.
Borstomvang
Gewicht
Grand Anglo-Fran?ais: 30 tot 35 kg. Anglo-Fran?ais de petite
v?nerie: ongeveer 25 kg.
|
|
|