|
Alias
|
Hongaarse Herdershond Kuvasz
|
Groep
|
Herdershonden en Veedrijvers behalve Zwitserse Sennenhonden
|
FCI
|
54
|
Sectie
|
1
|
Volgens sommige deskundigen is deze hond door de oude Hongaren
geïmporteerd. Anderen denken dat hij door de Koemanen, een
Turks herdervolk, naar het Karpatenmassief gebracht werd, en daarna
vanwege de Mongoolse dreiging in de 13e eeuw met hen naar Hongarije
is gekomen. De oorsprong van de Kuvasz heeft te maken met de
herdershonden uit het Oosten. In de 15e eeuw gebruikte koning
Mathias I de Kuvasz om op groot wild te jagen, alhoewel deze hond
eerder geschikt is om schapen te hoeden dan om op wilde zwijnen te
jagen. Tot in de 19e eeuw werd hij als waakhond voor de kudden
gebruikt. Naderhand werd hij vrijwel uitsluitend gebruikt om grote
landerijen te bewaken (Kavas: wachtpost). Hij is heel populair in
zijn land, daarbuiten wordt hij zelden gefokt, behalve in de
Verenigde Staten.
Type hond
Herdershonden
Land van herkomst
Hongarije
Oorspronkelijke naam
Kuvasz
Andere naam
Karakter
Deze trouwe hond gaat elke uitdaging onverschrokken aan. Hij is
stoutmoedig en vastberaden, maar niet erg aanhankelijk. Hij heeft
een zeer goed reukvermogen, dat hem in vroeger tijden van pas kwam
bij de jacht op wolven en wilde zwijnen.
Verzorging
Hij is niet geschikt voor het leven in de stad. Hij heeft ruimte en
beweging nodig. Dagelijks borstelen is nodig om de vorming van
klitten te voorkomen.
Gebruik
Vee- en schapenhoeder. Waakhond en politiehond.
Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Heel nobel en krachtig. Lange, maar niet puntige schedel.
Duidelijke voorhoofdsgroef. Middelmatige stop. Brede en lange
neusbrug. Rechte snuit. Lippen goed gesloten.
Ogen
Schuinstaand, amandelvormig. Donkerbruin.
Oren
Vrij klein, hoog aangezet, hangend, V- vormig, iets van het hoofd
afstaand.
Lichaam
Solide gebouwd en gespierd. Diepe borstkas. Brede en schuinstaande
schouders. Rechte rug. Korte lendenen. Buik opgetrokken.Sterk
gepigmenteerderhuid (donkergrijs). Licht hellende croupe.
Ledematen
Ronde, compacte voeten. Sterke, donkergrijze nagels.
Staart
Dicht behaard, tamelijk laag aangezet. Komt tot aan het
spronggewricht. Aan het einde een beetje opwaarts gebogen.
Vacht
Sterk, golvend en lang op het lichaam. Kraag en bevedering op de
achterkant van de benen. Op het hoofd en aan de voorkant van de
benen is het haar kort en recht. Wollige ondervacht.
Kleur
Wit. Ivoorkleur is toegestaan.
Schofthoogte
Reuen: 71-75 cm. Teven: 66-70 cm.
Borstomvang
Gewicht
Reuen: 40-52 kg. Teven: 30-42 kg.
|
|
|