|
|
|
Groep
|
Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
|
FCI
|
198
|
Sectie
|
1.2
|
De oorsprong van de Segugio Italiano ligt ver weg. Hij is een
afstammeling van Egyptische speurhonden, die waarschijnlijk naar
Griekenland zijn geïmporteerd en toen naar Italië, waar
hijwaarschijnlijk is gekruist met de Romeinse Molossers.
Afbeeldingen van deze speurhond zijn op oude beeldhouwwerken
gevonden en eveneens op schilderijen uit de Renaissance. Tegen het
einde van de negentiende eeuw waren er een aantal variëteiten
ontstaan, waaronder de Lomellina Hound en de Alpenbrak. Een Segugio
Italiano won het eerste Europees Kampioenschap in 1993 in
Frankrijk.
Type hond
Lopende honden
Land van herkomst
Italië
Oorspronkelijke naam
Segugio Italiano
Andere naam
Italiaanse loophond
Karakter
Deze robuuste, stoutmoedige, snelle, levendige en enthousiaste hond
met een voortreffelijke neus jaagt alleen of in meutes. Hij is
uitstekend aangepast aan het ruigste terrein en jaagt op haas, vos
en wild zwijn. Hij heeft een diepe, harmonieuze stem. Hoewel de
Segugio Italiano onafhankelijk en nogal introvert is, kan hij een
goede gezelschapshond zijn. Hij heeft een consequente opvoeding
nodig.
Verzorging
Hij heeft ruimte en veel beweging nodig, en hij moet regelmatig
worden geborsteld.
Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Lang. Licht gewelfde schedel. Stop niet erg geprononceerd. Grote
neusspiegel. Lange, gewelfde neusbrug.
Ogen
Groot, donker okerkleurig.
Oren
Driehoekig, plat, hangend en puntig aan de uiteinden.
Lichaam
Vierkant gebouwd. Zeer stevige hals, zonder keelhuid. Middelbrede
borstkas. Goed ontwikkelde lendenen. Buiklijn niet opgetrokken.
Rechte gespierde rug. Vlakke, goed gespierde croupe.
Ledematen
Ovale voeten met gesloten, gewelfde tenen en zwarte nagels. Lange,
stevige benen.
Staart
Hoog aangezet, sabelvormig hangend. In actie niet hoger dan de rug
gedragen.
Vacht
Middellang (minder dan 5 cm), ruw, behalve op hoofd, benen en
staart. Er bestaat ook een kortharige variteit met glad
haar.
Kleur
Eenkleurig geelbruin, van donker grijzig roodachtig bruin tot licht
geelbruin en black-and-tan. Er kunnen ook witte aftekeningen op de
snuit, schedel, hals, onderbenen en staartpunt voorkomen, en witte
vlekken op de borst.
Schofthoogte
Reu: 52 tot 60 cm. Teef: 50 tot 58 cm.
Borstomvang
Gewicht
Reu: 20 tot 28 kg. Teef: 18 tot 26 kg.
|
|
|