|
|
|
Groep
|
Pinschers, Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden
|
FCI
|
149
|
Sectie
|
2.1
|
Men vermoedt dat de Bulldog afstamt van de Molossers van Epirus,
een oorlogshond, ingevoerd in Engeland door de Feniciërs.
Zoals zijn naam aangeeft ('bull' is 'stier' in het Engels) werd hij
gefokt voor de stierengevechten. Destijds werden ook
hondengevechten georganiseerd. In 1835 werd deze gruwelijke
praktijk verboden. In 1875 werd de eerste rasstandaard
gepubliceerd.De latere selecties hebben van de Bulldog een
gezelschapshond gemaakt.
Type hond
Dogtype Molosser
Land van herkomst
Groot-Brittannië
Oorspronkelijke naam
Bulldog
Andere naam
Engelse Bulldog
Karakter
Levendig, eigenzinnig, moedig met een evenwichtig karakter,
betrouwbaar. Anders dan zijn uiterlijk doet denken is hij lief en
rustig. Hij heeft een goed karakter en blaft weinig. Ideaal
gezelschap voor kinderen en is zeer gehecht aan zijn bazen. Hij
moet consequent opgevoed worden.
Verzorging
Hij past zich aan het leven in de stad aan indien hij regelmatig
beweging krijgt. Hij kan warmte slecht verdragen. Hij moet
dagelijks geborsteld worden en de huidplooien op de kop moeten
regelmatig nagekeken worden om irritatie te vermijden.
Gebruik
Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Massief. Kort aangezicht. Brede schedel. Losse gerimpelde huid.
Diepe stop. Korte, brede snuit met diepe huidplooien. Brede
neusgaten. Dikke, afhangende lippen. Brede, vierkante kaken. De
onderkaak is langer dan de bovenkaak en is opwaarts gericht.
Ogen
Moeten zo ver mogelijk uit elkaar staan. Zijn van een matige
grootte, rond en zeer donker.
Oren
Liggen ver uit elkaar. Zijn hoog aangezet op de schedel, klein en
fijn. Rozenoren (zodanig naar achteren gericht zodat de binnenzijde
van de oorschelp en de uitwendige gehoorgang zichtbaar zijn).
Lichaam
Kort, goed gebouwd. Zeer forse hals met keelhuid. Brede, schuine
schouders. Stevige, ronde borstkas. Gewelfde ribben. Roach-back
(karperrug). De achterhand is hoog en stevig. De buik is
opgetrokken.
Ledematen
Stevig, goed gespierd. De voorste ledematen staan ver uit elkaar.
Ronde, compacte voeten. De voorvoeten zijn licht naar buiten
gekeerd.
Staart
Laag aangezet, rond en matig lang. Laag gedragen, zonder opwaartse
krul.
Vacht
Fijn, kort, glad en dicht
Kleur
Eenkleurig met of zonder masker of zwarte snuit. Uniforme kleuren:
rood in verschillende vari?teiten, fauve. Gestroomde vacht, wit of
gevlekt (wit met de bovenvermelde kleuren). Leverkleurig, zwart en
black-and-tan zijn niet toegestaan.
Schofthoogte
30-40 cm.
Borstomvang
Gewicht
Reuen: 24-25 kg. Teven: 22-23 kg.
|
|
|