|
|
|
Groep
|
Spitsen en oertypes
|
FCI
|
89
|
Sectie
|
7
|
De Podenco Ibicenco is afkomstig van de eilanden Mallorca, Minorca,
Ibiza en Formentera. Hij stamt af van de Pharaoh honden en werd
waarschijnlijk door de Phoeniciërs, de Carthagers en
uiteindelijk de Romeinen naar de eilanden gebracht. Als
één van de oudste bekende rassen is de Podenco
Ibicenco een zeer primitieve, krachtige hond. Hij werd een tijdlang
de Franse Jachthond genoemd, omdat hij in de negentiende eeuw
algemeen voorkwam in Frankrijk, in de Languedoc, Roussilon en de
Provence. Hij werd zeer zeldzaam rond 1880 doordat het gebruik voor
de jacht op haas werd verboden.
Type hond
Primitieve jachthonden
Land van herkomst
Spanje
Oorspronkelijke naam
Podenco Ibicenco, Ca Eivissence
Andere naam
Malloqui, Xarnelo, Majorquin, Charnequi Charneque; Hond van de
Balearen
Karakter
Deze onvermoeibare, snelle en zeer behendige hond is een
uitstekende springer. Hij gebruikt zijn voortreffelijke
reukvermogen om patrijs op te sporen, en zijn scherp
gezichtsvermogen om konijn, haas en groot wild te vinden. Hij is
een goede retriever. De Podenco Ibicenco vormt een hechte band met
zijn baas, maar hij is eigenzinnig van karakter. Hij is wantrouwend
ten opzichte van vreemden en agressief tegenover andere honden.
Consequente opvoeding is nodig.
Verzorging
Deze hond kan beter niet binnenshuis worden gehouden. Hij heeft
veel beweging en ruimte om te rennen nodig. Regelmatig borstelen is
aan te bevelen.
Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Lang, smal, zeer droog. Lange, vlakke schedel. Smal voorhoofd. Geen
uitgesproken stop. Lange, smalle, iets gebogen snuit. Neusspiegel
vleeskleurig.
Ogen
Klein, schuin in de schedel geplaatst. Helder amberkleurig
(karamelkleurig).
Oren
Middelgroot. Dun. Zeer beweeglijk en altijd rechtop staand. Naar
voren of omhoog gericht.
Lichaam
Iets langer dan hoog. Zeer droge, gespierde, licht gebogen hals.
Schouderbladen naar achteren geplaatst. Diepe, smalle, lange
borstkas. Vlakke ribben. Gewelfde, krachtige lendenen. Buiklijn
opgetrokken. Lange,rechte, flexibele rug.
Ledematen
Lange, droge benen. Lange, compacte gesloten hazenvoeten. Nagels
zijn gewoonlijk wit.
Staart
Laag aangezet, loopt toe naar de punt. In een boog gedragen.
Vacht
Glad, hard, lang. Drie vari?teiten. Korthaar: glad, vrij hard, niet
zijdeachtig. Ruwhaar: hard, grof, dik en kort op het hoofd. Baard
is gewenst. Langhaar: het langste haar is het zachtst, zeer
overvloedig op het hoofd en minstens 5 cm lang.
Kleur
Bij voorkeur wit en rood, of ??nkleurig wit of rood.Geelbruin is
bij de korthaar alleen toegestaan als de hond een uitzonderlijk
exemplaar is.
Schofthoogte
Reu: 66 tot 72 cm. Teef: 60 tot 67 cm.
Borstomvang
Gewicht
Reu: ongeveer 23 kg. Teef: ongeveer 19 kg.
|
|
|