Algemeen  
Rassen beschrijvingen De aanschaf van een hond De regels bij aanschaf Op zoek naar een fokker Asiel honden Behendigheid Gehoorzaamheid
  Verzorging  
Verzorging algemeen Tanden Vacht Parasieten Ogen Oren Neus Beweging
  Gedrag  
Opvoeding van de hond Socialisatie van pups Erfelijke aanleg van gedrag Leren / conditioneren Probleem gedrag Uw hond alleen thuis Zindelijkheidstraining Trekken aan de riem Deemoedsplassen Bench training Leren apporteren
  Foto & Video
Lara 0 - 11 weken Lara 11 - 13 weken Lara 14 - 17 weken Lara Tot een half jaar Lara Tot één jaar Lara Foto shoot thuis 2007 Lara In de studio 2007 Bo als pup Lara & Bo In de studio 2008 Dogwise Boswandeling Juni 2007 Boswandeling Augustus 2007 Walk-about Vorden 2007 Walk-about Bussloo 2008 Dogwise Zomerspel 2008 Dogwise Zwembad 2008 Video Stop dogfighting Lara & Bo video
 


Harrier

harrier

Groep Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
FCI 295
Sectie 1.2

De Harrier is een oud ras dat afkomstig is uit het zuiden van Engeland en dat ontwikkeld werd voor de jacht op haas. Hij is een nauwe verwant van andere Engelse speurhonden, waaronder de Talbot Hound (wit, vlakliggende vacht) en de Old Southern Hound (wit met blauwe vlekken), die zelf afstamt van de Gascon-Saintongeois. Hij heeft waarschijnlijk ook wat bloed van de Foxhound in zich, en hij heeft bijgedragen tot het verbeteren van de Anglo-Français de Petite Vénerie.

Type hond
Lopende honden

Land van herkomst
Groot-Brittannië

Oorspronkelijke naam
Harrier

Andere naam
Harehound

Karakter
De Harrier is levendig, snel en heeft een scherpe neus, met een groot uithoudingsvermogen en een krachtige stem. Deze kleine meutehond werkt goed samen met andere honden en kan makkelijk worden geleid. Hij is ideaal voor de jacht op haas, en in Engeland wordt hij ook in de jacht op vos gebruikt. Hij wordt ook gebruikt voor hert en wild zwijn. Hij heeft een consequente opvoeding nodig.

Verzorging
Hij heeft ruimte en beweging nodig. Hij moet regelmatig worden geborsteld.

Gebruik
Jachthond.
Hoofd
Middelbreed, vrij lang. Platte schedel. Lichte stop. Vrij lange, puntige snuit. Bovenlippen bedekken de kaak.

Ogen
Middelgroot, ovaal, altijd donker.

Oren
Hoog aangezet, V-vormig, vrijwel vlak en tamelijk kort.

Lichaam
Krachtig. Lange hals met licht gewelfde nek. Borstkas hoger dan breed. Ribben niet erg gewelfd. Flank niet te vol, buiklijn niet opgetrokken. Rechte, gespierde rug. Sterke, iets gewelfde lendenen.

Ledematen
Gespierde benen. Voeten niet te gesloten en niet te rond.

Staart
Middellang, iets borstelig en trots, in sabelvorm, gedragen.

Vacht
Niet te kort en plat.

Kleur
Gewoonlijk wit met zwart tot oranje tinten. In Frankrijk gewoonlijk driekleurig met een zwarte mantel op de rug.

Schofthoogte
48 tot 55 cm.

Borstomvang


Gewicht
Ongeveer 25 kg.