|
Aliasses
|
Chien de Saint-Hubert St. Hubertushond
|
Groep
|
Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
|
FCI
|
84
|
Sectie
|
1.1
|
Dit zeer oude grote jachthondenras, ook wel Chien de Saint-Hubert
genoemd, werd vanaf de negende eeuw verbeterd door de monniken van
het Saint-Hubert klooster in de Ardennen (Sint Hubertus is de
patroonheilige van de jagers). Het ras werd daar tot 1790
gehandhaafd. Toen Willem de Veroveraar het in de elfde eeuw naar
Engeland bracht, werd het de Bloodhound genoemd omdat het een hond
van de aristocratie was, maar misschien ook omdat het ook werd
gebruikt om mensen op te sporen. In Duitsland werd hij de Leithund
genoemd. De Bloedhond is de beroemde voorvader van de huidige
generatie speurhondenrassen, die min of meer dezelfde
hoofdkenmerken hebben als hun voorouder. De Bloedhond werd door de
Franse koningen tot Lodewijk IX in meutes gebruikt. In die tijd
werd een witte Bloedhond gekruist met een Bracco Italiano, waaruit
de Chien Blanc du Roy ont-stond. Dit ras verving de Bloedhond en
vormde de grote meutes van de Franse koningen, van Frans I tot
Lodewijk XIV.
Type hond
Lopende honden
Land van herkomst
België
Oorspronkelijke naam
Chien de Saint-Hubert
Andere naam
Bloedhond, Sint Hubertushond
Karakter
De Bloedhond werd eerst gebruikt bij de jacht op groot wild: wild
zwijn en hert. Toen hij niet langer in meutes werd gebruikt, werd
hij de speurhond bij uitstek, die de jacht leidde. Het is zijn
uitstekend reukvermogen dat hem tot de allerbeste speur-hond maakt.
Hij is moedig, volhardend, stoutmoedig, vastberaden en vol
zelfvertrouwen. Hij is misschien niet erg snel, maar geen andere
hond blijft zo koppig gefixeerd op zijn prooi. Hij is verstandig en
gehoorzaam, en heeft een prachtige stem. Doordat hij aanhankelijk,
rustig en erg vriendelijk is, is hij een goede gezelschapshond. Hij
is gereserveerd tegenover vreemden, maar niet agressief, waardoor
hij een uitstekende waakhond is. Hij heeft een vriendelijke maar
consequente opvoeding nodig. Door hem ruw te behandelen kan hij
vijandig worden, of zelfs gevaarlijk.
Verzorging
Ondanks zijn formaat kan hij zich aan het stadsleven aanpassen,
maar hij heeft veel beweging nodig. Hij moet ook regelmatig worden
geborsteld.
Gebruik
Jachthond. Gebruikshond: mensen opsporen (politiehond).
Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Niet breed, verder groot in alle dimensies. Zeer hoge, puntige
schedel met zeer prominente achterhoofdsknobbel. Zeer gerimpelde
huid op voorhoofd en wangen.Zeer lange en hangende lippen. Zeer
lange en brede kaken.
Ogen
Relatief klein, donkerbruin. Hangende onderste oogleden, donkerrode
bindvliezen tonend.
Oren
Laag aangezet, zeer lang, naar voren in dunne plooien hangend tegen
de kaken.
Lichaam
Breed en lang. Lange, goed gespierde hals. Goed ontwikkelde
keelhuid. Brede, diepe borstkas. Buiklijn enigszins opgetrokken.
Brede, zeer sterke rug. Stevige lendenen.
Ledematen
Ronde voeten. Gespierde benen met stevige botten.
Staart
In een elegante curve boven de ruglijn gedragen, maar de rug niet
rakend.
Vacht
Kort en vrij hard op het lichaam. Zacht en zijdeachtig op oren en
schedel.
Kleur
Black-and-tan (meest gewaardeerd), vaalrood, bruin en tan. Zwarte
aftekeningen moeten een zadel op de rug vormen, en voorkomen op de
flanken, boven de hals en boven op het hoofd. Enig wit op borst,
voeten en punt van staart toegestaan.
Schofthoogte
Reu: ongeveer 67 cm. Teef: ongeveer 60 cm.
Borstomvang
Gewicht
40 tot 48 kg.
|
|
|