|
Alias
|
Berger de Picardie
|
Groep
|
Herdershonden en Veedrijvers behalve Zwitserse Sennenhonden
|
FCI
|
176
|
Sectie
|
1
|
De Picardische Herdershond is waarschijnlijk één van
de oudste Herdershond rassen. Deze stoere hond is te zien op
schilderijen en etsen uit de Middeleeuwen. Zijn voorouders waren
waarschijnlijk honden van Keltische oorsprong, die gedurende de
invasies in de negende eeuw in Frankrijk werden ingevoerd. De
Picardische Herder, die wat op een Griffon lijkt, vergezelde
Herdershonden die in de achttiende eeuw over de kudden waakten. Aan
het einde van de negentiende eeuw werd het ras selectief gefokt.
Maar dit nieuwe ras verdween bijna tijdens de eerste wereldoorlog.
Fokkers het ras in 1948, nadat het in 1923 officieel was erkend. De
FCI keurde in 1964 een standaard voor de Picardische Herder
goed.
Type hond
Herdershonden
Land van herkomst
Frankrijk
Oorspronkelijke naam
Berger de Picardie, Berger Picard
Andere naam
Picardische Herder, Picardische Herdershond
Karakter
Deze zeer rustieke, moedige hond is evenwichtig en stabiel. Hij is
aangepast aan het leven op het land, hij is zeer robuust en heeft
een voorkeur voor hard werken. De Picardische Herder past goed in
een gezinssituatie en is vriendelijk voor kinderen.
Verzorging
Deze hond is geen stadsbewoner. Hij heeft ruimte nodig en moet
kunnen rennen. Regelmatig, krachtig borstelen is vereist.
Gebruik
Vee- en schapenhoeder. Waakhond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Goed geproportioneerd ten opzichte van de totale grootte. Haar 4 cm
lang. Prominente wenkbrauwen. Lichte stop. Sterke, maar niet erg
lange snuit. Snor en baard.
Ogen
Donker, middelgroot. Lichte tinten of glasogen worden
gediskwalificeerd.
Oren
Middelgroot, breed aan de basis met licht afgeronde uiteinden.
Rechtop gedragen.
Lichaam
Gespierd en goed gebouwd. Sterke, gespierde hals. Diepe borstkas.
Lange schouders en dijen. Buik iets opgetrokken. Rechte rug.
Krachtige lendenen.
Ledematen
Sterke, flinke benen. Gewelfde, korte, goed gesloten voeten.
Donkere nagels. Geen Hubertusklauw.
Staart
Recht naar beneden hangend, tot het spronggewricht reikend, met een
lichte haak aan het eind.
Vacht
Ruig, middellang (5 tot 6 cm), niet gekruld, maar ook niet vlak.
Hard en ruw aanvoelend.
Kleur
Grijs, grijszwart, grijsblauw, roestkleurig grijs, licht of donker
fauve. Grote witte aftekeningen zijn niet gewenst.
Schofthoogte
Reuen: 60-65 cm. Teven: 55-60 cm.
Borstomvang
Gewicht
19-23 kg.
|
|
|