|
|
|
Groep
|
Staande honden
|
FCI
|
245
|
Sectie
|
1.3
|
Een draadharige hond die eeuwenlang in Bohemen door de adel voor de
jacht werd gebruikt. De eerste standaard werd in 1887 geschreven,
maar na de eerste wereld oorlog raakte het ras bijna uitgestorven.
Na de oorlog werd het ras weer teruggefokt door kruisingen. met
Duitse pointers, waaronder de Duitse Staande Hond. In 1924 werd een
Cesky Fousek Club opgericht. De Cesky Fousek is zeer populair in
voormalig Tsjecho-Slowakije. Hij neemt de tweede plaats in onder de
jachthonden die tegenwoordig gebruikt worden in voormalig
Tsjecho-Slowakije.
Type hond
Continentale Pointers
Land van herkomst
Voormalig Tsjecho-Slowakije
Oorspronkelijke naam
Cesky Fousek
Andere naam
Tsjechische ruwharige staande hond, Fousek
Karakter
De Cesky Fousek is zeer stoer en onverzettelijk, heeft een groot
uithoudingsvermogen en is veelzijdig. Hij kan in de bossen jagen en
op moerasland, waar zijn dikke vacht hem tegen de kou beschermt.
Hij jaagt gewoonlijk in galop en is een resolute pointer en een
betrouwbare retriever. Hij is uitstekend in het opsporen van gewond
wild. Hij is zeer gehecht aan zijn baas en heeft een consequente
opvoeding nodig.
Verzorging
Hij heeft grote open ruimten nodig en zeer veel beweging. Hij moet
regelmatig worden geborsteld en er moet geregeld aandacht worden
besteed aan zijn oren. Eventueel zijn vacht laten trimmen.
Gebruik
Jachthond.
|
|
Hoofd
Fijnbesneden, vrij smal en lang. Gewelfde schedel. Uitgesproken
wenkbrauw-bogen. Duidelijk aangegeven stop. Licht gebogen neusbrug,
iets langer dan de schedel. Snuit toelopend naar de neus. Krachtige
kaken. Typerende baard op wangen en lippen. Brede, donkerbruine
neusspiegel.
Ogen
Amandelvormig, donker amberkleurig tot kastanjebruin. Schuine
wenkbrauwen.
Oren
Zeer hoog aangezet, toelopend naar de einden. Zeer vlak tegen het
hoofd liggend.
Lichaam
Compact. Middellange, goed gespierde en droge hals. Ovale borstkas.
Goed gewelfde ribben. Korte lendenen. Buiklijn licht opgetrokken.
Korte, gedrongen rug, naar de croupe toe hellend. Vrij brede, iets
hellende croupe.
Ledematen
Goed gespierde benen met stevige botten. Compacte voeten met
gesloten tenen en donkergrijze tot zwarte nagels.
Staart
Middellang. Evenwijdig met de grond of iets omhoog gedragen. Indien
staart gecoupeerd dan op drie vijfde van de lengte.
Vacht
Vacht bestaat uit drie verschillende haartypen. Vrij harde, zware
haren, 3 tot 4 cm lang, zeer vlak tegen het lichaam liggend. Lange,
harde, rechte stekelharen 5 tot 7 cm lang, niet aanwezig op borst,
ruglijn, lies en schouders. Zachte, dichte ondervacht, 1,5 cm lang,
in de zomer vrijwel volledig uitgevallen. Haar op de voorkant van
benen korter en harder. Bevedering op achterkant van de benen. Kort
en hard boven op het hoofd. Kort en zacht op de oren.
Kleur
Toegestane kleuren: donker schimmel, met of zonder bruine vlekken,
bruin met aftekeningen op de borst en onderbenen, of ??nkleurig
bruin zonder aftekeningen.
Schofthoogte
Reu: 60 tot 66 cm. Teef: 58 tot 62 cm.
Borstomvang
Gewicht
Reu: 28 tot 34 kg. Teef : 22 tot 28 kg.
|
|
|