|
|
|
Groep
|
Pinschers, Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden
|
FCI
|
143
|
Sectie
|
1.1
|
De geschiedenis begint in Apolda, een Duits stadje in de deelstaat
Thüringen. F.L. Dobermann, van beroep belastinginner en
verantwoordelijk voor het locale dierenasiel, wilde een goede waak-
en verdedigingshond fokken.Rond 1870 voerde hij talrijke kruisingen
uit tussen waarschijnlijk de 'slagershonden' (één van
de voorvaders van de Rottweiler),black-and-tan herders die reeds in
Thüringen bestonden, de Pinscher, de Duitse Dog, de Beauceron
en de Rottweiler.Het resultaat was een alerte gebruikshond,
boerderijhond,waakhond en politiehond. Bij de jacht werd hij
gebruikt om roofdieren op afstand te houden. Later werd nog ander
vreemd bloed ingebracht, zoals de black-and-tan Terriër en
waarschijnlijk de Greyhound. In 1910 werd de rasstandaard
vastgelegd.
Type hond
Pinscher type
Land van herkomst
Duitsland
Oorspronkelijke naam
Dobermann Pinscher
Andere naam
Dobermann
Karakter
Levendig, sterk, moedig, waakzaam, met een vastberaden zelfs
imponerende blik. Het is een hond met een hard karakter, fier,
impulsief. Hij is evenwichtig, rustig en sociaal. Het is geen ras
voor iedereen. Hij vraagt een vastberaden, rechtvaardige en rustige
baas die in alle kalmte en zachtheid overwicht heeft. Uiterst
trouw, blindelings toegewijd aan zijn baas, toch zacht met
kinderen. Hij bezit een aangeboren beschermingsinstinct en is zeer
wantrouwig tegenover vreemden. Deze vreedzame hond is gevoelig en
verdraagt geen conflictsituaties.
Verzorging
Deze hond heeft ruimte en beweging nodig om zijn energie kwijt te
kunnen. Hij houdt er niet van om aangelijnd te zijn. Hij moet
regelmatig geborsteld worden.
Gebruik
Werkhond: hij functioneert als hulp van de politie en het leger.
Waak- en verdedigingshond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Lang en benig. Harde, wigvormige schedel, weinig ontwikkelde stop,
lange snuit. Krachtige, brede kaken. Stevige lippen die tegen de
kaak aanliggen.
Ogen
Van gemiddelde grootte, ovaal en donker.
Oren
Hoog aangezet. Indien ze niet gecoupeerd zijn hangen ze half af
waarbij de voorste oorrand de kaak raakt. Indien ze gecoupeerd zijn
hebben ze een lengte in verhouding met de kop en dan
rechtopstaand.
Lichaam
Vierkant gebouwd. Droge gespierde hals. Krachtige borst. De schoft
is duidelijk zichtbaar. Korte, stevige rug. Goed ontwikkelde
borstkas met licht gewelfde ribben. Afgeronde croupe. Opgetrokken
buik.
Ledematen
Stevig. Korte voeten met gesloten, gewelfde tenen. Zwarte
nagels.
Staart
Hoog aangezet. Indien gecoupeerd is de staart ingekort tot op de
tweede staartwervel.
Vacht
Kort, stug, dicht, glad en goed aanliggend. Geen ondervacht.
Kleur
Zwart of donkerbruin met goed omlijnde roestrode aftekeningen op de
snuit, de kaken, de keel, de borst, de ledematen en de
zitbeenknobbels.
Schofthoogte
Reuen: 68-72 cm. Teven: 63-68 cm.
Borstomvang
Gewicht
Reuen: 40-45 kg. Teven: 32-35 kg.
|
|
|