Algemeen  
Rassen beschrijvingen De aanschaf van een hond De regels bij aanschaf Op zoek naar een fokker Asiel honden Behendigheid Gehoorzaamheid
  Verzorging  
Verzorging algemeen Tanden Vacht Parasieten Ogen Oren Neus Beweging
  Gedrag  
Opvoeding van de hond Socialisatie van pups Erfelijke aanleg van gedrag Leren / conditioneren Probleem gedrag Uw hond alleen thuis Zindelijkheidstraining Trekken aan de riem Deemoedsplassen Bench training Leren apporteren
  Foto & Video
Lara 0 - 11 weken Lara 11 - 13 weken Lara 14 - 17 weken Lara Tot een half jaar Lara Tot één jaar Lara Foto shoot thuis 2007 Lara In de studio 2007 Bo als pup Lara & Bo In de studio 2008 Dogwise Boswandeling Juni 2007 Boswandeling Augustus 2007 Walk-about Vorden 2007 Walk-about Bussloo 2008 Dogwise Zomerspel 2008 Dogwise Zwembad 2008 Video Stop dogfighting Lara & Bo video
 


Duitse Staande Draadhaar

duitse-staande-draadhaar

Groep Staande honden
FCI 98
Sectie 1.1

Aan het eind van de negentiende eeuw kruisten Duitse fokkers, die streefden naar een veelzijdige pointer, de Poedel, de Pudelpointer, Griffon pointers en de Airedale Terriër. Mogelijk werd ook de Stichelhaar, een oude kortharige Duitse pointer, gebruikt. De Duitse Staande Draadhaar erfde een groot potentieel van zijn voorouders. In 1902 werd in Duitsland een club voor dit ras opgericht, en in 1955 erkende de Kennel Club het ras. Hij is zeer populair in Duitsland.

Type hond
Continentale Pointers

Land van herkomst
Duitsland

Oorspronkelijke naam
Deutscher Drahthaariger, Vorstehhund

Andere naam
Duitse Staande, Draadhaar, Duitse Staande Hond, Draadhaar

Karakter
Deze onverschrokken, moedige, energieke, levendige en snelle hond met een groot uithoudingsvermogen jaagt op elk soort wild, in elk soort terrein en bij elk soort weer. Met zijn uitstekende neus speurt hij kalm en volhardend. Hij is een nauwkeurige pointer. Hij is pointer en jager op haas, vos en wild zwijn. Hij is ook erg goed in het opsporen van gewond groot wild. Hij is zeer trouw, evenwichtig en vriendelijk, en daardoor een goede gezelschapshond. Gezien zijn sterke wil, mogelijke koppigheid en jaloersheid ten opzichte van andere honden, dient hij een consequente, maar flexibele opvoeding te krijgen.

Verzorging
Hij kan in de stad leven, al is dit niet ideaal. Hij dient twee keer per dag een flinke wandeling te maken. Hij moet verschillende keren per week worden geborsteld en er moet aandacht aan zijn oren worden besteed.

Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
Hoofd
Breed. Gezicht heeft een energieke uitdruk. Licht gewelfde schedel. Matige stop. Lange, brede en krachtige snuit. Geen hanglippen. Donkerbruine neusspiegel. Dichte baard.

Ogen
Ovaal, hoe donkerder, hoe beter. Borstelige wenkbrauwen.

Oren
Hoog aangezet, middelbreed en niet gekruld.

Lichaam
Vierkante lichaamsbouw. Middellange, gebogen hals. Hoge, goed gespierde schoft. Brede, diepe borstkas. Goed gewelfde ribben. Korte, rechte rug. Gespierde lendenen. Brede heupen. Lange, brede, licht hellende croupe. Buiklijn iets opgetrokken. Korte flanken.

Ledematen
Krachtige, stevige benen. Ronde voeten met gesloten tenen en dikke, stevige, voetzolen.

Staart
Niet te dik. Werd voor de jacht gecoupeerd, inmiddels is dit in Nederland verboden. Recht en evenwijdig aan de grond gedragen.

Vacht
Hard, draadharig, vlakliggend en dicht. Goede bescherming tegen slecht weer en verwondingen; 2 tot 4 cm lang. Korter onder de borst en buik en op hoofd en oren. Dichte ondervacht.

Kleur
Donker tot middelbruin. Bruin gemengd met wit of lichtbruin (schimmel). Gemengd met zwarte en witte haren (zwartschimmel), met of zonder kleurvlekken.

Schofthoogte
Reu: 60 tot 67 cm. Teef: 56 tot 62 cm.

Borstomvang


Gewicht
27 tot 32 kg.