|
|
|
Groep
|
Spitsen en oertypes
|
FCI
|
257
|
Sectie
|
5
|
Dit oude ras werd op het eiland Honshu ontwikkeld. De Shiba Inu
(Shiba betekent "klein" en Inu betekent "hond"), die waarschijnlijk
Chow en Kishu bloed bezit, werd gekruist met Engelse setters en
pointers, die door Japan waren geïmporteerd. In het begin van
de twintigste eeuw waren zuivere Shiba's zeldzaam geworden. Rond
1928 werden er maatregelen genomen om de zuivere bloedlijnen te
handhaven. In 1934 werd een standaard gepubliceerd, en de Shiba
werd in 1937 tot nationaal erfgoed verklaard. Het ras was tijdens
de tweede wereldoorlog bijna verdwenen. Tegenwoordig is de Shiba
één van de populairste hondenrassen in Japan.
Type hond
Aziatische Keeshonden en soortgelijken
Land van herkomst
Japan
Oorspronkelijke naam
Shiba Inu
Andere naam
Shiba
Karakter
Deze robuuste, stoere, levendige en waakzame hond is rustig,
onafhankelijk en gereserveerd. Hij is een aanhankelijke, speelse en
beminnelijke gezelschapshond. De moedige Shiba is altijd waakzaam
en blaft snel. Een consequente maar zachtaardige opvoeding is
nodig.
Verzorging
De Shiba past zich goed aan als gezelschapshond. Het is echter een
sportief ras en moet daarom regelmatig veel lopen. Dagelijks
borstelen is nodig voor deze propere hond.
Gebruik
Jachthond (vogels en klein wild). Waakhond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Vosachtig. Brede schedel. Duidelijke stop. Rechte neusbrug. Snuit
loopt toe naar de neus. Volle wangen. Strakke lippen.
Ogen
Vrij klein, driehoekig. Donkerbruin.
Oren
Klein, driehoekig. Rechtop-staand en enigszins naar voren
gericht.
Lichaam
Vrij kort. Dikke hals. Diepe borstkas. Matig gewelfde ribben.
Opgetrokken buiklijn. Rechte rug. Brede, gespierde lendenen.
Ledematen
Compacte, goed gewelfde voeten. Gespierde benen met krachtige
botten.
Staart
Hoog aangezet. Dik. Gekruld of in een boog gedragen.
Vacht
Kort, hard, recht. Langer op de staart. Zachte, dichte
ondervacht.
Kleur
Rood, sesam (haren donkerrood met zwarte punt), black-and-tan,
gestroomd, wit en lichtrood. Alle kleuren behalve wit moeten
urajiro zijn (witachtig haar op de zijkant van de snuit, op de
wangen, onder de kaak, op de keel, voorborst, onderlichaam,
onderkant van de staart en binnenkant van de benen).
Schofthoogte
Reu: 38 tot 41 cm. Teef: 35 tot 38 cm.
Borstomvang
Gewicht
6 tot 12 kg.
|
|
|