|
|
|
Groep
|
Windhonden
|
FCI
|
240
|
Sectie
|
3
|
Hij stamt waarschijnlijk af van de Aziatische Windhonden die in de
negende eeuw door de Magyars in Hongarije zijn ingevoerden
waarschijnlijk gekruist met lokale renhonden. In de negentiende
eeuw werd hij gekruist met de Greyhound om een snellere hond te
krijgen. De Magyar Agár (agár is Hongaars voor
Windhond) deed zijn intrede in Frankrijk in de jaren 80. In 1966
werd het ras door de FCI erkend.
Type hond
Kortharige Windhonden
Land van herkomst
Hongarije
Oorspronkelijke naam
Magyar Agár
Andere naam
Hongaarse Windhond
Karakter
Magyar Agár is robuust, actief, vasthoudend en moedig. Hij
is minder snel dan de Greyhound maar wel standvastiger en
onvermoeibaarder in de achtervolging. Hij wordt in Hongarije
gebruikt om hazen en vossen op de vlucht in te halen en te doden.
Hij heeft een matig reukvermogen. Hij is zachtaardig, aanhankelijk,
kalm, toegewijd, kort-om een gewaardeerd gezelschap. Hij stelt zich
vrij onafhankelijk op, maar is wel evenwichtig. Hij moet consequent
worden opgevoed.
Verzorging
Als het moet, kan hij zich aan het stadsleven aanpassen. Hij moet
echter wel regelmatig kunnen rennen. Men moet hem niet te dicht bij
vee laten komen. Dat geldt trouwens voor alle windhonden. Twee keer
per week borstelen is voldoende. Hij kan slecht tegen de kou.
Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Van opzij en van boven gezien: in de vorm van een uitgerekte
driehoek. Relatief brede schedel. Lichte stop. Krachtige snuit.
Sterke kaken. Sterke wangen.
Ogen
Middelgroot, bij voorkeur bruin.
Oren
Tamelijk hoog aangezet, middelgroot, niet te fijn, half afhangend
in een V-vorm gedragen.
Lichaam
Langgerekt, gespierd. Niet te lange, goed gespierde hals. Relatief
brede borstkas. Diepe, niet te platte borst. Stevige, vrij brede,
rechte rug. Licht gebogen lendenen. Brede, iets afhangende croupe.
Iets opgetrokken buiklijn.
Ledematen
Lang, droog, krachtig, goed gespierd, stevige botten.
Staart
Lang, niet te fijn, licht gebogen punt, altijd boven de horizontale
lijn gedragen.
Vacht
Glad, niet te fijn. Dicht in de winter.
Kleur
Alle kleuren zijn toegestaan; effen, gevlekt of gestroomd.
Schofthoogte
Reu: 65 tot 70 cm. Teef: iets kleiner.
Borstomvang
Gewicht
Reu: ongeveer 30 kg. Teef: ongeveer 25 kg.
|
|
|