|
|
|
Groep
|
Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
|
FCI
|
28
|
Sectie
|
1.2
|
Dit zeer oude ras raakte in het begin van de twintigste eeuw
vrijwel uitgestorven. Hij heeft een comeback gemaakt, maar hij is
nog steeds zeldzaam. Hij werd voor het eerst in de vijftiende eeuw
genoemd. Deze middelgrote meutehond is waarschijnlijk door de
Franse koningen gebruikt voor de jacht op hert. De Chien d'Artois,
het resultaat van kruisingen tussen jachthonden en staande honden,
is ook door de eeuwen populair geweest als jager op haas. Zijn
voorganger is de grote Chien d'Artois, die zelf weer van de
Bloedhond afstamt. Engels bloed heeft het ras enigszins
gewijzigd.
Type hond
Lopende honden
Land van herkomst
Frankrijk
Oorspronkelijke naam
Chien d'Artois
Andere naam
Karakter
De Chien d'Artois is onverschrokken, robuust en moedig, heeft een
groot uithoudingsvermogen en is evenwichtig en rustig. Deze
middelgrote jachthond combineert het beste van staande honden en
speurhonden: een goed gevoel voor richting, een uitstekende neus,
het precies staan, snelheid en doorzettingsvermogen. Hij is een
jager op haas, maar hij wordt ook gebruikt voor de jacht op hert,
wild zwijn en vos. Hij heeft een vastberaden baas nodig.
Verzorging
Hij heeft ruimte en beweging nodig. Hij moet regelmatig worden
geborsteld.
Gebruik
Jachthond.
|
|
Hoofd
Zwaar, breed en vrij kort. Licht gewelfde schedel. Geen
uitgesproken stop. Brede en rechte, niet lange neusbrug. Goed
ontwikkelde neusspiegel. Enigszins dikke lippen.
Ogen
Groot, prominent, wijd open.
Oren
Op ooghoogte aangezet, groot, dik, bijna plat en vrij lang.
Lichaam
Massief. Vrij lange en krachtige hals. Vrijwel zonder keelhuid.
Vrij brede, diepe borstkas. Tamelijk gewelfde ribben. Brede,
gespierde lendenen. Diepe, volle flank. Brede, iets hellende
croupe. Goed gespierde, middellange rug.
Ledematen
Sterke benen. Grote, stevige, middellange en gesloten voeten met
zwarte voetzolen.
Staart
Vrij lang, sabelvormig gedragen.
Vacht
Vlak tegen het lichaam liggend, dik en vrij stevig.
Kleur
Driekleurig: wit, donker reebruin tot haas- of daskleurig, met
mantel of grote zwarte vlekken. Hoofd meestal reebruin, soms
grijs.
Schofthoogte
52 tot 58 cm.
Borstomvang
Gewicht
25 tot 30 kg.
|
|
|