|
|
|
Groep
|
Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
|
FCI
|
30
|
Sectie
|
1.2
|
De Porcelaine is een van de oudste jachthondenrassen. Hij stamt
waarschijnlijk af van de Chien Blanc du Roy of van een witte
variëteit van de Bloedhond (de Saint Hubert Blanc de
Lorraine). Porcelaines werden in kloosters in Cluny en Luxeuil
gehouden en door de Choiseul familie in Oost-Frankrijk. Er werd
gekruist met de Somerset Grey Harrier, de Gascon-Saintongeois en de
Billy. De Porcelaine dankt zijn naam aan zijn helderwitte,
glanzende vacht. De Porcelaine Club, die in 1971 werd opgericht,
hielp mee dit elegante ras weer in populatie te laten
stijgen.
Type hond
Lopende honden
Land van herkomst
Frankrijk
Oorspronkelijke naam
Porcelaine
Andere naam
Karakter
De Porcelaine is stoutmoedig, robuust, snel, impulsief en
enthousiast. Met zijn scherpe neus en krachtige stem is hij een
goede jager die goed past in een meute. Hij is gespecialiseerd in
de jacht op klein wild, in het bijzonder op haas, maar hij is ook
uitstekend voor de jacht op hert en wild zwijn. Hij is rustig en
vriendelijk, en daardoor een aangename gezelschapshond. Hij heeft
een vastberaden baas nodig.
Verzorging
De Porcelaine kan in het gezelschap van zijn baas leven. Voor meer
dan één hond is het aan te bevelen de honden in een
kennel te houden. Hij moet regelmatig worden geborsteld, en er moet
aandacht worden besteed aan zijn oren.
Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Fijnbesneden, droog, vrij lang. Brede schedel met afgeronde
achterhoofds-knobbel. Plat voorhoofd met redelijk duidelijke groef
en stop. Neusbrug recht aan de basis en iets gebogen aan het eind.
Goed ontwikkelde, donkere neusspiegel.
Ogen
Donker.
Oren
Lang, dun, goed gekruld, puntig aan de einden. Moeten lager dan de
ogen zijn aangezet.
Lichaam
Lang. Vrij lange hals met lichte botten. Diepe, middelbrede
borstkas. Hoge, volle flank. Brede, zeer gespierde lendenen. Brede,
rechte rug.
Ledematen
Voeten met lange, smalle en gesloten tenen en stevige voetzolen.
Lange, stevige benen met lichte botten.
Staart
Vrij dik aan de basis, toelopend naar het eind, middellang, niet
borstelig, licht gebogen gedragen.
Vacht
Vlak tegen het lichaam liggend, fijn, dicht en glanzend.
Kleur
Helderwit met ronde oranje vlekken die nooit een mantel vormen.
Deze vlekken bedekken gewoonlijk zwarte vlekken op de huid. Oranje
vlekken op de oren zijn zeer karakteristiek voor dit ras.
Schofthoogte
Reu: 55 tot 58 cm. Teef: 53 tot 56 cm.
Borstomvang
Gewicht
Ongeveer 28 kg.
|
|
|