Algemeen  
Rassen beschrijvingen De aanschaf van een hond De regels bij aanschaf Op zoek naar een fokker Asiel honden Behendigheid Gehoorzaamheid
  Verzorging  
Verzorging algemeen Tanden Vacht Parasieten Ogen Oren Neus Beweging
  Gedrag  
Opvoeding van de hond Socialisatie van pups Erfelijke aanleg van gedrag Leren / conditioneren Probleem gedrag Uw hond alleen thuis Zindelijkheidstraining Trekken aan de riem Deemoedsplassen Bench training Leren apporteren
  Foto & Video
Lara 0 - 11 weken Lara 11 - 13 weken Lara 14 - 17 weken Lara Tot een half jaar Lara Tot één jaar Lara Foto shoot thuis 2007 Lara In de studio 2007 Bo als pup Lara & Bo In de studio 2008 Dogwise Boswandeling Juni 2007 Boswandeling Augustus 2007 Walk-about Vorden 2007 Walk-about Bussloo 2008 Dogwise Zomerspel 2008 Dogwise Zwembad 2008 Video Stop dogfighting Lara & Bo video
 


Barzoï

barzoi

Alias Barzoi
Groep Windhonden
FCI 193
Sectie 1

De Barzoï kan zijn ontstaan uit een kruising van de Aziatische Windhond met de Laïka Poolhond, of de Saluki met een Russische Herdershond of misschien de Sloughi met een autochtone langharige hond. Het ras werd in de 16de eeuw in Rusland ontwikkeld. Deze hond was lange tijd de favoriet van vooraanstaande Russische families die hem gebruikten voor de wolvenjacht. In 1842 werden er enkele exemplaren naar Engeland gestuurd als geschenk voor prinses Alexandra. Rond 1850 verspreidde hij zich over West-Europa en sinds 1889 komt hij ook in de Verenigde Staten voor. De Russische Revolutie van 1917 maakte een einde aan de fokkerij die in handen was van de aristocratie. Europa heeft bijgedragen aan het behoud van het ras. Later zijn ook de Russen weer begonnen met het fokken van de Barzoï.

Type hond
Langharige Windhonden

Land van herkomst
Rusland

Oorspronkelijke naam
Sowaïa Barzaïa

Andere naam
Barzoï, Russische Windhond, Borzoi, Barsoi, Russische Wolfshond

Karakter
Dit schijnbaar onverstoorbare heerschap was een uitstekend jager op de haas, de vos en de wolf. Deze krachtige, fanatieke en moedige hond heeft een groot uithoudingsvermogen. Hij is meestal uitsluitend aan zijn baas gehecht. Hij heeft niet veel geduld met kinderen. Hij is onverschillig of zelfs vijandig tegenover vreemden. Het is een goede waakhond die weinig blaft. Hij kan agressief zijn tegenover zijn soortgenoten. Hij moet consequent, maar met kalmte worden opgevoed. Reageert slecht op een hardhandige aanpak.

Verzorging
Hij kan beter niet in een appartement worden gehouden. Hij wordt niet graag alleen gelaten. Hij heeft erg veel ruimte en beweging nodig. Bij het uitlaten moet hij aan de lijn gehouden worden, omdat hij plotseling kan uitvallen tegen katten of andere dieren. Twee tot drie keer per week borstelen is voldoende.

Gebruik
Jachthond. Waakhond. Gezelschapshond.
Hoofd
Lang, smal, droog en fijn uitgesneden. Licht convex profiel. Platte, zeer smalle schedel. Nagenoeg geen stop. Licht gewelfd voorhoofd. Sterke, lange, smalle, strakke snuit. Fijne, strakke lippen. Zwarte neusspiegel.

Ogen
Groot, amandelvormig, donkerbruin. De zwartomlijnde opening van de oogleden iets schuin staand.

Oren
Hoog en naar achteren aangezet, relatief klein, fijn, smal, in een punt eindigend (rozenoren genoemd). Ze liggen naar achteren, op de hals.

Lichaam
Langgerekt. Lange, goed gespierde, zijdelinks afge-vlakte hals, zonder keelhuid. Matig geprononceerde voorborst. Lange, diepe, smalle, vlakke borstkas. Zeer ge-spierde rug, boogvormig, vooral bij de reu. Het hoogste punt bevindt zich ter hoogte van de laatste rib. Lange, brede, gespierde croupe. Sterk ingetrokken buiklijn.

Ledematen
Lang, droog, gespierd. Ovale, smalle voeten. Gesloten, goed gewelfde tenen.

Staart
Laag aangezet, lang, sikkel- of sabelvormig. Overvloedig behaard. In rust laag gedragen. In actie verheven gedragen, maar niet boven de ruglijn.

Vacht
Lang, zijdeachtig, golvend of met grote krullen. Zeer dicht rond de hals, aan de onderkant van de borstkas, aan de achterkant van de benen en op de staart. Kort op de kop, de oren en aan de voorkant van de benen.

Kleur
Wit, goud in alle nuances; zilverwit goud; donker goud; roodbruin met zwart, snuit en benen donker gekleurd; grijs; gestroomd, goud, roodbruin of grijs met lange, donkergekleurde strepen; roodbruin; zwart. Roodbruine vlekken (brand) zijn toegestaan, maar niet gewenst. Bij donkergekleurde exemplaren is het zwarte masker kenmerkend. Alle kleuren kunnen effen zijn, of gevlekt op een witte ondergrond.

Schofthoogte
Reu: 70 tot 82 cm. Teef: 65 tot 77 cm.

Borstomvang


Gewicht
35 tot 45 kg.