|
|
|
Groep
|
Pinschers, Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden
|
FCI
|
116
|
Sectie
|
2.1
|
De Bordeaux Dog is de enige Franse Dog en één van de
oudste Franse rassen. Hij stamt waarschijnlijk af van onder andere
de Romeinse Molossers en de Spaanse Doggen. In het Zuidwesten van
Frankrijk is hij sinds de Middeleeuwen bekend onder de naam van
Alan Vaultre. In deze tijd werd de Bordeaux Dog gebruikt voor jagen
en hondengevechten. In de achttiende eeuw beschreef Buffon hem
onder de naam van Dog van de Aquitaine. De Bordeaux Dog is lang
bekend geweest als de "Slagershond" omdat slagers vaak dit ras
uitkozen om hun huis te beschermen. De rasstandaard werd in 1926
officieel gemaakt nadat het ras gekruist werd met Mastiffs.
Type hond
Molosser Dogtype
Land van herkomst
Frankrijk
Oorspronkelijke naam
Dogue de Bordeaux
Andere naam
Dog de Bordeaux Slagershond van Bordeaux en omstreken
Karakter
Vroegere gevechtshond, met aanleg voor de bewaking die hij met
waakzaamheid en veel moed maar zonder agressie uitvoert. Hij is
niet sociaal met soortgenoten. Zacht, rustig en gevoelig, erg
gehecht aan zijn baas en zeer lief voor kinderen. Hij blaft weinig.
Hij houdt er niet van om alleen te zijn en is een actieve hond. Hij
moet erg goed opgevoed worden om hem onder controle te kunnen
houden.
Verzorging
De Bordeaux Dog is geen hond om op een appartement te houden. Hij
heeft ruimte en beweging nodig. De vacht vraagt geen speciale
verzorging.
Gebruik
Waak- en verdedigingshond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Enorm groot, hoekig, breed en vrij kort. Van voren gezien is hij
trapeziumvormig. De schedel waarvan de omtrek in verhouding staat
tot de grootte van de hond, is licht convex. Diepe stop. Voorhoofd
is breder dan hoog en domineert het aangezicht. Diepe, symmetrische
huidplooien. Krachtige, dikke, vrij korte, iets concave snuit.
Brede neus. Zeer krachtige kaken. Ondervoorbijtend (de onderkaak
steekt 0,5-2 cm voor de bovenkaak uit). Vlezige lippen.
Ogen
Ovaal, wijd uit elkaar. Hazelnootkleurig tot donkerbruin gekleurd
bij honden met een zwart masker, iets bleker bij dieren met een
rood masker.
Oren
Klein, iets donkerder gekleurd dan de rest van het lichaam. Ze
hangen af langs de kaken.
Lichaam
Krachtig. Zeer sterke hals, bijna cilindrisch met keelhuid.
Krachtige borst. Krachtige, brede en diepe borstkas. Gewelfde
ribben. Brede, gespierde rug. Matig hellende croupe. Opgetrokken
buik.
Ledematen
Gespierd met zware botten. Ronde, stevige voeten. Gesloten tenen.
Donkere nagels.
Staart
Zeer dik, laag gedragen, reikt niet lager dan het
spronggewricht.
Vacht
Fijn, kort, glad en zacht.
Kleur
Mahoniekleurig of fauve met een zwart of rood masker. Een goede
pigmentatie is gewenst. Weinig uitgebreide witte aftekeningen zijn
toegelaten op de borst en de voeten.
Schofthoogte
Reuen: 60-68 cm. Teven: 58-66 cm.
Borstomvang
Gewicht
Reuen: ten minste 50 kg. Teven: ten minste 45 kg.
|
|
|