|
|
|
Groep
|
Staande honden
|
FCI
|
6
|
Sectie
|
2
|
De Gordon Setter werd in het midden van de zestiende eeuw in
Schotland ontwikkeld. Tegen het einde van de achttiende eeuw had de
Hertog van Gordon een ras verkregen dat leek op het huidige ras.
Volgens sommigen werden Engelse en Ierse Setters, Schotse Herder en
Bloedhond gebruikt om de Gordon Setter te ontwikkelen. De eerste
zogenaamde "Black and Tan Schotse Spaniels" werden tegen 1860 naar
Frankrijk geïmporteerd. In 1923 werd een Gordon Setter Club
opgericht. De Gordon Setter is minder algemeen bekend dan andere
setters.
Type hond
Britse en Ierse Setters
Land van herkomst
Groot-Brittannië
Oorspronkelijke naam
Gordon Setter
Andere naam
Gordon Castle Setter, Black and Tan Setter, Schotse Setter, De
Gordon
Karakter
De Gordon Setter is stoer en zeer stoutmoedig en hij kan zich aan
elk soort terrein aanpassen. Hij heeft een uitstekend reukvermogen
en hij verschilt van de Engelse Setter door zijn zwaardere
structuur, minder indrukwekkende galop en voorstaan. Zijn
zoekbereik is kleiner dan dat van andere setters. Hij is een zeer
goede zwemmer, kan allerlei soorten wild opsporen en kan
apporteren. Zijn specialiteiten zijn o.a. houtsnip en watersnip.
Hij is rustig, volgzaam en aanhankelijk, en is daarmee een prima
gezelschapshond. Hij heeft een consequente, maar geduldige en
vriendelijke opvoeding nodig.
Verzorging
Hij kan zich vrij goed aan het stadsleven aanpassen. Hij heeft wel
ruimte en veel beweging nodig. Hij moet regelmatig worden
geborsteld en er moet geregeld aandacht worden besteed aan zijn
oren.
Gebruik
Jachthond. Gezelschapshond.
|
|
Hoofd
Hoger dan breed, fijnbesneden. Licht gewelfde schedel. Duidelijke
stop. Lange snuit. Sterke kaken. Geen overhangende lippen. Zwarte
neusspiegel.
Ogen
Donkerbruin.
Oren
Laag aangezet, middelgroot, dun en tegen het hoofd hangend. Lange,
zijdeachtige bevedering aan de einden.
Lichaam
Middellang. Diepe, niet al te brede borstkas. Goed gewelfde ribben.
Korte rug. Brede, iets gewelfde lendenen.
Ledematen
Sterke benen. Ovale voeten met gesloten, goed gewelfde tenen.
Staart
Dik aan de basis, toelopend naar het eind. Recht of iets gebogen
evenwijdig aan de grond gedragen. Lange, rechte bevedering (of
franje).
Vacht
Kort en fijn op hoofd en voorkant van de benen. Middellang op de
rest van het lichaam. Lange, fijne, vlakke bevedering op de
achterkant van de benen. Bevedering op de buik.
Kleur
Warm, glanzend, gitzwart zonder een spoor van roest-kleur, met tan
roodachtig kastanjebruine aftekeningen. Zwarte aftekeningen op de
voeten zijn toegestaan, evenals zwarte strepen onder de kaken. Tan
aftekeningen: twee vlekken boven de ogen, aan beide kanten van de
snuit. Twee grote vlekken op de borst. Aftekeningen op binnenkant
van de achterbenen. Op voorbenen tan aftekeningen van voet tot
elleboog. Aftekeningen rond de anus. Een kleine witte vlek op de
borst is toegestaan.
Schofthoogte
Reu: ongeveer 66 cm. Teef: ongeveer 62 cm.
Borstomvang
Gewicht
Reu: ongeveer 30 kg. Teef: ongeveer 25 kg.
|
|
|